Djindjic staakt samenwerking met Kostunica
De Servische premier, Zoran Djindjic, heeft besloten de samenwerking met de Joegoslavische president Vojislav Kostunica te staken uit onvrede over diens weigering het hoofd van de militaire geheime dienst te ontslaan.
Dat maakte de Servische minister van Justitie, Vladan Batic, zaterdag bekend.
„Er wordt niet meer samengewerkt met Kostunica, omdat we niet kunnen samenwerken met iemand die criminelen de hand boven het hoofd houdt”, zei Batic, in een verwijzing naar Aca Tomic, de chef van de Joegoslavische militaire inlichtingendienst.
Djindjic is woedend omdat de geheime dienst de Servische regering nooit op de hoogte heeft gesteld van het onderzoek dat vorige week resulteerde in de arrestatie van de van spionage verdachte Servische vice-premier Momcilo Perisic. Maandenlang heeft de geheime dienst Perisic’ telefoon afgeluisterd zonder dat de Servische regering daarvan in kennis was gesteld. Djindjic wenst, zeker op het gebied van staatsveiligheid, niet langer met Kostunica samen te werken als Tomic in functie blijft.
Kostunica liet vrijdag weten Tomic de hand boven het hoofd te houden. „Ik zou Tomic alleen ontslaan als ik zeker wist dat hij de regels heeft overtreden”, stelde hij in de krant Blic. „Maar alles wijst erop dat dit niet het geval is.”
Perisic is inmiddels onder zware politieke druk afgetreden. Hij wordt ervan beschuldigd geheime documenten te hebben toegespeeld aan een Amerikaanse diplomaat. Perisic ontkent de beschuldigingen en noemt zichzelf het slachtoffer van een „schandelijk” verzinsel. De geheime documenten zouden betrekking hebben gehad op het proces tegen de Joegoslavische oud-president Slobodan Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag.
De politieke rel om Perisic is volgens politieke waarnemers een illustratie van de verdeeldheid die er is tussen de nationalistische Kostunica en de hervormingsgezinde Djindjic. Kostunica is sterk gekant tegen het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag en verwijt Djindjic een te pro-westers beleid.