Materiaal voor kernwapens lijkt zoek in Irak
De Iraakse interim–regering probeert de bezorgdheid van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) over verdwenen materialen die kunnen worden gebruikt om kernwapens mee te maken, af te zwakken. Zij heeft wapeninspecteurs uitgenodigd om inspecties uit te voeren.
Minister van Technologie Rashid Omar reageerde daarmee dinsdag op een brief die het IAEA een dag eerder naar de VN–Veiligheidsraad had gestuurd. IAEA–topman Mohammed el–Baradei schrijft daarin dat uit satellietbeelden blijkt dat gebouwen waarin hoogwaardig materiaal en gereedschap lag opgeslagen, na de Amerikaanse invasie vorig jaar „ogenschijnlijk systematisch zijn ontmanteld".
Volgens el–Baradei is een deel van het gevoelige materiaal, zoals raketmotoren, in het buitenland te koop aangeboden. Zo doken twaalf motoren van Iraakse al–Samoud 2–raketten begin dit jaar op in de haven van Rotterdam. Maar het grootste deel van het verdwenen materiaal zou spoorloos zijn.
Het IAEA sluit niet uit dat de VS of later de Iraakse interim–regering de goederen hebben verplaatst, mogelijk zelfs naar het buitenland. Als dat laatste het geval is, dan had dat volgens het verdrag dat verspreiding van kernwapens moet voorkomen bij het IAEA moeten worden gemeld en dat is niet gebeurd.
Minister Omar zei dat een aantal nucleaire opslagplaatsen door de chaos in Irak na de invasie kort hebben blootgestaan aan plunderingen, maar hij verzekerde dat alle belangrijke plaatsen, zoals het nucleaire complex van al–Tuwaitha, al lang weer veilig worden beheerd door zijn ministerie.
„We willen open zijn, daarom nodigen we het IAEA en andere organisaties uit voor inspecties", aldus Omar. De Verenigde Staten hebben tijdens hun bewindvoering in Irak, waar met de machtsoverdracht eind juni officieel een einde aan kwam, nieuwe VN–inspecties systematisch tegengehouden. Daardoor was het voor het IAEA onmogelijk het materiaal, dat veelal was gemerkt bij eerdere inspecties, in de gaten te houden.
De plaatsvervangend Amerikaanse ambassadeur bij de VN, Anne Patterson, heeft dinsdagavond laten weten dat de VS de beweringen in het nieuwe IAEA–rapport willen onderzoeken.
Het geweld in Irak ging dinsdag onverminderd voort. In de westelijke stad Ramadi doorzochten Amerikaanse mariniers en Iraakse veiligheidsfunctionarissen zeker zeven moskeeën. Getuigen meldden de arrestatie van zeven geestelijken, onder wie de hoge soennitische leider Abdel al–Saadi.
De Amerikaans–Iraakse actie tegen de moskeeën volgde op schietpartijen maandag in Ramadi tussen opstandelingen en Iraakse politiemensen, die steun kregen van Amerikaanse militairen. De Amerikanen vermoeden dat de moskeeën dienen als opslagplaats voor wapens en schuilplaats voor rebellen.
Bij nieuwe Amerikaanse luchtaanvallen op Fallujah zijn dinsdag vier mensen omgekomen, meldden ziekenhuizen in de stad. De militairen verwoestten een restaurant waar aanhangers van de Jordaanse terroristenleider Abu Musab al–Zarqawi zich regelmatig zouden schuilhouden. Bij de aanval werden ook nabijgelegen winkels vernield.
De Iraakse beweging Ansar al–Sunna heeft op internet een video verspreid waarop te zien is hoe een Iraakse sjiiet wordt onthoofd. De opstandelingen beschuldigden hem ervan een spion te zijn van het Amerikaanse leger.
Het lichaam van de Brit Kenneth Bigley, vorige week vermoord door zijn ontvoerders, is ten zuiden van Bagdad gedumpt. Dat hebben bronnen rond het onderzoeksteam dinsdag gezegd. De Britse ambassade in Irak zegt niet te weten waar Bigley’s lichaam is.
Een Amerikaanse fotograaf die in Bagdad was ontvoerd, is vrijgelaten. Dat heeft het fotopersbureau waarvoor hij werkt dinsdag laten weten. De 24–jarige Paul Taggart werd zondag ontvoerd toen hij op weg was naar de onrustige stadswijk Sadr City, waar hij het voortdurende geweld in beelden wilde vangen.