Olieprijs boven 54 dollar
De prijzen van ruwe olie hebben dinsdag voor de zesde handelsdag op rij recordniveaus bereikt. Op de termijnmarkt in New York ging de notering van Amerikaanse olie omhoog van 53,64 dollar per vat (159 liter) naar een nieuw hoogtepunt van 54,45 dollar. Daarna volgde wel een flinke terugval naar 52,95 dollar.
Ook olie uit de Noordzee werd duurder dan ooit tevoren. De prijs van Brent–olie voor levering in november bereikte een hoogste peil van 51,50 dollar per vat om vervolgens terug te zakken naar 50,85 dollar. Maandag ging de notering van Brent voor het eerst door de grens van 50 dollar.
De bezorgdheid over de aanvoer uit Nigeria, de grootste olieproducent van Afrika, was de belangrijkste oorzaak van de aanvankelijke prijsstijgingen. Een algemene staking in dat land dreigt de olieproductie stil te leggen. Dinsdag liep de export echter nog normaal. Wel had Shell te maken met brand en lekkage bij een belangrijke pijpleiding, waardoor de olieproductie enkele dagen 20.000 vaten per dag lager zal uitvallen. Het was dinsdag niet duidelijk of de brand was aangestoken.
Ook het Internationale Energie Bureau (IEA) droeg dinsdag bij tot het stijgen van de prijzen. Deze instelling van de industrielanden liet in haar maandrapport weten de raming voor het wereldolieverbruik over heel 2004 te hebben opgetrokken van gemiddeld 82,16 miljoen vaten per dag tot 82,4 miljoen per dag. Dat is 3,5 procent meer dan de 79,6 miljoen vaten van vorig jaar. De raming van het verbruik in 2005 is iets verlaagd van 83,97 tot 83,9 miljoen vaten per dag, omdat de economische groei vermoedelijk wat zal afnemen en het hoge prijspeil de vraag naar olie zal drukken.