Verdachte ‘Jaagpadmoord’: „Kan mij niets herinneren”
Milton T., die in mei vorig jaar een hardloper in Groningen zou hebben doodgestoken, stelt dat hij zich niets herinnert van die periode. De rechtbank in Groningen behandelt de strafzaak maandag en dinsdag. Het Openbaar Ministerie verdenkt T. van moord.
Hardloper Hidde Bergman (27) werd op de avond van 14 mei 2019 met een mes in zijn rug gestoken. Dit gebeurde op het Jaagpad in de stad Groningen. Bergman overleed ter plekke. „Ik kan mij niks herinneren van die dag”, aldus de 27-jarige T. „Voor mij was elke dag toen hetzelfde. Ik was dagelijks aan het joggen en zocht werk. Er was niks speciaals.” T. liep ook hard bij het Jaagpad, maar stelt dat hij Bergman nooit heeft ontmoet.
Bij de politie heeft T. verklaard dat hij destijds stemmen in zijn hoofd had. „Ik denk dat ik een beetje gek was.” Hij is vorig jaar psychisch onderzocht in het Pieter Baan Centrum. Een geheugenstoornis werd niet vastgesteld. Volgens deskundigen verkeerde T. in een psychotische toestand, die mogelijk invloed heeft op het geheugen. T. gebruikt momenteel dwangmedicatie.
T. woonde sinds april 2019 in Groningen. Hij kwam in beeld als verdachte na een huiszoeking. De op Aruba geboren man was aangehouden voor een vernieling. Toen agenten kleding voor hem gingen ophalen, vonden ze een kladblok waarop T. in het Papiaments had geschreven dat hij iemand heeft vermoord.
Het steekwapen is nooit gevonden. Het zou gaan om een keukenmes van de Action. Er zijn camerabeelden van een filiaal in Groningen waarop te zien is dat T. op 8 mei 2019 het mes koopt. T. werd in april 2019 al eens aangehouden met een mes in zijn rugzak. Op een hoesje dat past bij het keukenmes en vlakbij het slachtoffer lag, zat DNA van T. „Misschien had ik erop gespuugd”, aldus de verdachte. De rechter merkte op dat er ook DNA aan de binnenkant van het hoesje zat. T. wilde aanvankelijk geen DNA afstaan bij de politie.
De telefoon van T. stond op de avond van 14 mei uit. De man ontkent dat hij hem heeft uitgedaan om niet getraceerd te worden. „Ik wist niet eens dat het technisch mogelijk was om mij te traceren.” Een getuige zou T. op de fatale avond bij het Jaagpad hebben zien rennen, waarbij hij een verwarde indruk maakte.