Bouwfraudeproces sleept nog jaren voort
Het Openbaar Ministerie vindt dat het geen nederlaag heeft geleden in het bouwfraudeproces. De rechtbank in Rotterdam oordeelde maandag dat de aanklacht tegen de vier wegenbouwbedrijven BAM NBM, Heijmans Infrastructuur, KWS en Koop Tjuchem over illegaal karteloverleg van tafel is. Een woordvoerder van het OM sprak dinsdag van „een juridisch verschil van inzicht".
Verder gaf hij aan dat het proces nog jaren zal voortslepen. „Voor dit moment moeten we het hiermee doen. Maar wat het Openbaar Ministerie betreft, is hier het laatste woord niet over gezegd."
Het OM kreeg maandag de kous op de kop van de rechtbank in Rotterdam, die de aanklacht van tafel veegde. De vier bedrijven en vier van de twaalf managers kunnen niet meer van illegaal karteloverleg worden beschuldigd, omdat die zaak is verjaard. Aanklachten als oplichting en valsheid in geschrifte gelden nog wel in het proces, dat in de tweede helft van januari volgend jaar echt begint.
De voorzitter van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de bouwfraude, Marijke Vos, spreekt over een „enorme blunder" van justitie. Er is herhaaldelijk gewaarschuwd voor het verjaren van zaken, omdat verboden vooroverleg tussen aannemers dat vóór 1998 plaatsvond niet valt onder de nieuwe mededingingswet. Hiermee vervalt de belangrijkste aanklacht, aldus GroenLinks–Tweede–Kamerlid Vos, die dit een „vervelende situatie" vindt.
De zegsman van het OM wilde niet spreken over een nederlaag. „De aannemers hebben indertijd afgesproken de aanneemsom te verhogen en te veel in rekening gebrachte bedragen onderling verdeeld. Dat dat niet in vooroverleg is gedaan, maakt voor die beschuldigingen niets uit".
Het OM liet dinsdag doorschemeren dat het de argumenten van de rechtbank voor verjaring te zijner tijd in hoger beroep wil toetsen. De invallen die politie en justitie op 19 maart 2002 deden bij hoofdkantoren en regiovestigingen van bouwbedrijven en bij werknemers thuis, gebeurden zonder een vertegenwoordiger van de rechtbank.
Volgens de rechtbank wisten de verdachten daardoor niet precies dat ze van illegaal vooroverleg werden verdacht. Die beschuldiging kregen ze in veel gevallen pas later te horen. Toen was dit feit tegen de wegenbouwers Heijmans Infrastructuur, BAM NBM, KWS en Koop Tjuchem al verjaard.
Sinds het begin van het proces, vorige week, steggelen de juristen niet alleen over het punt van verjaring. De advocaten van de bouwers hekelen het feit dat de bedrijven en veel van hun nu beschuldigde managers indertijd al zijn gehoord door de parlementaire enquêtecommissie naar de bouwfraude. Dat overlapt voor een deel het huidige proces. Wat toen is gezegd, mag het OM nu niet gebruiken, maar volgens de advocaten gebeurt dat toch.
Ook het feit dat het OM alles baseert op de schaduwboekhouding van klokkenluider Bos steekt hen. Vooroverleg en prijsafspraken en het bijhouden daarvan in schaduwboekhoudingen waren schering en inslag in de gehele bouwwereld. In de Bos–boekhouding staan alleen maar wegenbouwprojecten en nog wel die van een kleine speler in de sector: Koop Tjuchem. Daarvan heeft het OM weer een paar gevallen uitgekozen. Die keus vinden de advocaten willekeurig.
Het bouwfraudeproces zal een slepende kwestie worden. Het OM heeft al aangekondigd waarschijnlijk tegen de verjaring in beroep gaan. Bovendien hebben de verdedigers van de bouwbedrijven al gezegd de hele beroepsgang in Nederland te volgen en daarna desnoods naar het Luxemburgse Hof voor de rechten van de mens te gaan om van deze bouwfraudezaak af te komen.