Reformatoren: Ook bij ziekte is er perspectief
Is er een verband tussen menselijk gedrag en besmettelijke ziekte? Daarover waren de reformatoren, van wie we vandaag het werk herdenken, het snel met elkaar eens. Dat is er. Ziekten zijn een gevolg van het verkeerde, zondige handelen van mensen. Als de mens de goede schepping niet had bedorven, zouden er ook geen ziekten zijn, zo stelden zij. Daarom is het menselijk gedrag een wezenlijke factor in het ontstaan, het verspreiden en bestrijden van besmettelijke ziekten.
Mensen zijn volgens de reformatoren geroepen zichzelf en hun naasten te beschermen. Luther schrijft in 1525 dat het geen optie is om zich niet te beschermen. Dat is volgens hem het verzoeken van God. De reformator trekt fel van leer: iemand die niets doet, is net zo verantwoordelijk voor zijn dood als iemand die zelfmoord pleegt. Ook andere reformatoren dringen er op aan om de dokter te raadplegen, medicijnen te gebruiken en -als zich een mogelijkheid voordoet – te vluchten voor een besmettelijke ziekte, zoals bijvoorbeeld de pest. Als de hervormer Beza ziek is, raadt hij zijn collega’s, onder wie Calvijn, aan niet bij hem in de buurt te komen. Een mens moet zich niet in gevaar begeven, is zijn standpunt.
Maar dat was niet het enige dat de reformatoren zeiden. Een ernstige ziekte is volgens hen niet een speling van het lot of ‘zomaar’ een natuurverschijnsel. Zij zijn er vast van overtuigd dat God het wereldbestuur in Zijn hand heeft en met elke gebeurtenis de mens iets te zeggen heeft. Een pestepidemie is een roepstem om terug te keren tot God en Zijn gebod te gehoorzamen.
Ruim vijfhonderd jaar na het begin van de kerkhervorming geeft dit stof tot nadenken. Christenen weten dat er niets bij geval geschiedt. Ook al is het voor mensen onbegrijpelijk waarom dingen gebeuren, het geeft een gelovige houvast te weten dat de situatie God niet uit de hand loopt.
Dat besef, die wetenschap, dwingen tot onderzoek wat de boodschap van ingrijpende gebeurtenissen is. Sinds de eeuwwisseling is er een reeks van rampen geweest: de aanslagen van 11/9, de ziekten die koeien, varkens en pluimvee troffen, de financiële crises, de coronapandemie en de golf van terreur van moslimextremisten.
Een mens zou soms willen vluchten. Maar waarheen? Daarover zijn de reformatoren duidelijk. Nergens op aarde is men uiteindelijk veilig. Vluchten voor de dood kan uiteindelijk ook niemand. De reformator Bullinger schrijft in 1535 dat een christen voor zichzelf mag zorgen, zolang hij niet probeert te ontsnappen aan zijn lot als sterfelijk mens.
Een christen moet een noodzakelijke en genoegzame troost vinden in de zekerheid van zijn behoud en wederopstanding. En daarvoor wezen Luther, Calvijn en andere reformatoren het enige middel aan: de rechtvaardiging door het geloof alleen, die het heil in Christus nabij brengt. Dat is uiteindelijk ook de bescherming in coronatijd.