Binnenland

„School moet homofilie bespreken”

Ze delen met goed recht het homoblad Expreszo niet uit, maar ook reformatorische scholen hebben met homofiele leerlingen te maken. Wat doen zij om homofilie bespreekbaar te maken? „Besteed er bewust, open en eerlijk aandacht aan. Deze leerlingen gaan een moeilijke weg.”

Evert van Dijkhuizen
12 October 2004 11:17Gewijzigd op 14 November 2020 01:44

Expreszo, het omstreden homoblad dat op tientallen scholen niet is verspreid vanwege de aanstootgevende inhoud, heeft tot doel homoseksualiteit acceptabeler te maken. Drs. D. Palland, al meer dan tien jaar leerlingbegeleidster op het Van Lodensteincollege in Amersfoort, sluit het tegenovergestelde effect niet uit. „Door een gevoelig onderwerp als dit zó aan te pakken, kunnen wel eens juist meer homofiele leerlingen gepest worden.”

Palland heeft diverse homofiele jongens en meisjes begeleid. „Een exact aantal kan ik niet geven, omdat het op deze leeftijd, 12 tot 18 jaar, niet altijd duidelijk is of iemand echt homofiel is. Ik ken leerlingen die dachten dat ze het waren, omdat ze liefde zochten bij iemand van hetzelfde geslacht. Dat had echter niets met homofilie te maken, maar met een gebrek aan liefde thuis. Het is bekend dat vooral meisjes dan zo kunnen reageren.”

In alle gevallen duurde het lang voordat de leerlingen hun andere geaardheid aan Palland durfden te bekennen. „De vraag: Ben ik echt zo? geeft angst en strijd. Ze moeten een hoge drempel over om er voor uit te komen. Toch ben ik blij met elke leerling die de stap waagt. Ik ken een homofiele man die er pas op z’n veertigste over durfde praten. Het is niet te zeggen hoeveel leed zo iemand heeft meegemaakt.”

Sommige homofiele leerlingen zijn als gevolg van hun geaardheid depressief of vragen overdreven veel aandacht, aldus Palland. „Aan anderen merk je juist helemaal niets. In het algemeen zijn ze heel aardig; dat is bekend van homofiele mensen.” Meestal was Palland de eerste die in vertrouwen werd genomen. „Ik stimuleer altijd dat ze ook hun ouders inlichten. De relatie ouders-kind vind ik heel belangrijk en dan mag zoiets als homofilie niet verborgen blijven.”

Leerlingen die er voor uitkomen dat ze anders geaard zijn, hebben het niet makkelijk op school, ook niet op een reformatorische, meent Palland. „Ik heb van de mensheid in het algemeen niet zo’n hoge pet op, dus ook niet van leerlingen. Als ik zie hoe ze soms met elkaar omgaan, dan is dat niet best. Er wordt veel gepest, om allerlei redenen. Homofilie is daar geen uitzondering op. Aan de andere kant heb ik mooie voorbeelden gezien van leerlingen die het voor een homofiele klasgenoot opnamen en er als een muur omheen gingen staan.”

De Lodenstein besteedde enige tijd geleden bewust aandacht aan homoseksualiteit tijdens een project over respect voor jezelf en de ander. Palland: „Het onderwerp is in alle openheid met alle derdeklassers besproken. Dat hebben de leerlingen over het algemeen gewaardeerd. In de les ging het heel goed. Wat er daarna op het schoolplein allemaal is gezegd, weet ik natuurlijk niet. Ik heb wel gemerkt dat openheid en eerlijkheid rond dit onderwerp positief werken. De houding van de docent daarbij is heel belangrijk.”

In de persoonlijke gesprekken die Palland met homofiele leerlingen voert, komt ook de vraag aan de orde of homofilie zonde is. „Ik maak een bewust onderscheid tussen de geaardheid en de daad. Dat iemand homofiele gevoelens heeft, is naar mijn mening geen zonde. Wel als hij of zij die gevoelens gaat praktiseren. Dat wijst de Bijbel heel duidelijk af en dat zeg ik ook tegen de leerlingen.”

In een aantal gevallen riep Palland professionele hulp in. „Het is verleidelijk te denken: De persoon in kwestie heeft opgebiecht dat hij homofiel is, dus nu komt het allemaal op z’n pootjes terecht. Dat is een misvatting. Het in vertrouwen nemen van een ander is het begin van een lange weg die de meeste homofielen te gaan hebben. Ik heb geleerd dat je niet moet schromen externe hulp in te schakelen. In het begin dacht ik wel eens: Deze persoon praat zo open over zijn geaardheid, die kan ik zelf wel begeleiden. Dat is niet altijd het geval.”

Palland is blij met alle „positieve aandacht” die er rond het thema homofilie in eigen kring ontstaat. „Te lang is het onderwerp doodgezwegen. Daar veranderen we niets meer aan. We kunnen er wel met elkaar voor zorgen dat er nog meer openheid komt. Niet om homofilie als iets gewoons te gaan beschouwen, maar om ervoor te zorgen dat mensen met een andere geaardheid niet buiten de boot vallen. Ook zij zijn schepselen van God en horen erbij.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer