Kamer staat stil bij aanslag op Franse leraar Paty
De Tweede Kamer heeft dinsdag stilgestaan bij de aanslag op de Franse leraar Samuel Paty, die op 16 oktober werd vermoord door een islamitische extremist. Dat gebeurde nadat hij les had gegeven over vrijheid van meningsuiting, waarbij hij spotprenten van de profeet Mohammed had getoond. Kamervoorzitter Khadija Arib zei dat „wij niet mogen buigen voor terreur”. Premier Mark Rutte omschreef hem als „zo’n docent die je een leven lang bij blijft”.
„Een 18-jarige islamist heeft hem op gruwelijke wijze vermoord”, zei Arib. „Want juist het vermogen om kritisch na te denken, iets wat Paty probeerde mee te geven aan zijn leerlingen, is een doorn in het oog van de islamisten.” Ze omschreef hem als een leraar die „niet alleen kennis meegaf, maar ook een pad voor ons opende”.
Ze riep mensen op „als een cordon om onze leraren heen te gaan staan. Zodat ze hun werk, als fakkeldragers van onze democratie, kunnen blijven doen. Net zoals wij dat hier doen in de Kamer. Ook wij mogen niet buigen voor terreur. Geen concessies doen aan onze vrijheid. Ons niet monddood laten maken door de angst, hoe voorstelbaar dat ook is. Nooit verdraagzaam zijn voor onverdraagzaamheid. Alleen zo kunnen we Paty’s levenswerk voortzetten.”
„Je maag draait om en je hart slaat over bij zo’n gruwelijke daad”, zo omschreef Rutte de moord. „Het vrije woord kan en mag nooit geslachtofferd worden op het altaar van extremisme. Juist in het onderwijs moet die vrijheid er voluit zijn.”
„We zullen ons niet de mond laten snoeren”, concludeerde de premier. „Vanuit het kabinet steunen we onze scholen en leraren onvoorwaardelijk in het belangrijke werk dat zij doen. En samen met hen blijven we waakzaam en strijdbaar, om te zorgen voor een veilige schoolomgeving waar geen plaats is voor zelfcensuur of taboes.”