Hoogleraar: EU ramp voor de wetenschap
De Europese Unie is niet bevorderlijk voor de wetenschap. Dat stelde hoogleraar experimentele natuurkunde A. Lagendijk zaterdag tijdens een hooglerarendebat van de Universiteit van Amsterdam.
Lagendijk noemde Europese wetenschapsprogramma’s een vorm van ontwikkelingssamenwerking en hekelde de bureaucratie die bij het aanvragen van EU-subsidies komt kijken.
De hoogleraar vergeleek de EU-programma’s met schaatsen. De Nederlandse mannen zijn goed. Als Europa wil dat de Grieken en Italianen het ook leren, moeten Romme en Uytdehaage naar Rome en Griekenland. Intussen trekken de Amerikanen zich daar niets van aan en zetten de Nederlanders met hun Europese medesporters op een gigantische achterstand, stelde hij. „Tel uit je winst: Europa schaatst stukken beter, maar heeft de aansluiting met de wereldtop verloren.”
Als voorbeeld voor de Europese bureaucratie, volgens Lagendijk een vooral bij Fransen populair verschijnsel, noemde hij de bureaus die leven van lobbyen en cursussen geven in het verkrijgen van EU subsidies.
Europese landen vechten onderling over de vestigingsplaats van grote internationale instituten, stelde de hoogleraar. Ze steken er alleen geld in als ze daar wat voor terugkrijgen en de kosten voor de organisatie ook terugverdienen. Door de heersende cultuur discussiëren commissies die bijvoorbeeld een lijst van sprekers moeten samenstellen, over het aantal Fransen en of er wel een Italiaan bij zit. „Nooit over de inhoud.” Hoe meer landen erbij komen, hoe ingewikkelder het wordt.
Daarom pleit de hoogleraar er voor dat de nationale regeringen het geld blijven verdelen. Als de EU het doet, moet het geld vooral naar kleine projecten en individuele jonge onderzoekers. De meeste wetenschappen zijn er volgens Lagendijk bij gebaat als de politiek in Brussel zich er niet mee bemoeit. Zij waren al internationaal georganiseerd voor de verhuizing van bevoegdheden naar de EU in Brussel.
Als voorbeeld van goede Europese samenwerking op het gebied van hoge-energiefysica noemde Lagendijk het instituut CERN. CERN heeft de Amerikanen van de top gestoten en met hun werk daar hebben al veel onderzoekers een Nobelprijs gewonnen. „CERN is waarschijnlijk zo succesvol, omdat het buiten de bureaucratie van Brussel omgaat.”