Ombudsman: overheid neemt burger lang niet altijd serieus
Veel burgers voelen zich in Nederland niet serieus genomen door de organisaties van de overheid, zegt de Nationale Ombudsman Reinier van Zutphen. Die klacht is volgens hem vaak terecht: „Je ziet wel heel vaak dat mensen van het kastje naar de muur worden gestuurd”.
Van Zutphen werd maandag gehoord door een speciale commissie van Tweede Kamerleden. Deze commissie probeert te achterhalen wat er zoal misgaat bij de ‘uitvoeringsorganisaties’ van de overheid, zoals de Belastingdienst, het UWV en het CBR. Dat zijn de ‘loketten’ waarbij mensen aankloppen bij de overheid. Maar dat contact loopt in veel gevallen niet soepel.
De ombudsman behandelt klachten van burgers over de overheid. Veel mensen geven aan dat ze nul op het rekest krijgen als ze een vraag stellen. „De overheid reageert dan niet”.
„In het grote geheel zien we dat er te weinig rekening worden gehouden met mensen die een IQ van minder dan honderd hebben”, zegt Van Zutphen. Het gemiddelde IQ (waarmee intelligentie wordt gemeten) ligt rond de honderd. „We gaan heel erg uit van het gemiddelde, of zelfs van degene die het nog beter snappen dan gemiddeld”. Beleidsmakers zijn veelal slimmer en hoger opgeleid dan gemiddeld, en denken volgens Van Zutphen te veel vanuit hun eigen intelligentie.
Vooral de 2,5 miljoen mensen die moeite hebben met lezen en schrijven zijn hiervan de dupe, en mensen met een beperking in het bijzonder.
Het gaat vaak al mis bij het maken van wetten en regels. „Burgers vragen: mogen we alsjeblieft regels hebben die wij zelf goed snappen”, vertelde Van Zutphen in zijn verhoor. Vooral het contact tussen de overheid en de burger „moet door begrijpelijke regels worden ondersteund”. Ook de Kamer zou daar erg scherp op moeten zijn, vindt de ombudsman.
Wetten die in de maak zijn moeten vaak wel een ‘uitvoeringstoets’ doorgaan. Maar Van Zutphen vraagt zich af of de juiste vragen worden gesteld. „We hebben het bij die uitvoering altijd over die organisaties. Maar wat heb je nou aan uitvoering zonder de burger?” Volgens hem kijkt de wetgever te veel naar alleen de Belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank en te weinig naar d vragen die mensen stellen aan deze instanties.