Ultranationalistische parlementariërs, die fel gekant zijn tegen zijn voorstel, onderbraken hem tijdens zijn toespraak voor de Knesset voortdurend met gejoel. Sharon wil de Israëlische troepen en de circa 8000 kolonisten op de Gazastrook volgend jaar zomer terugtrekken. De premier had eerder aangegeven dat hij zijn voorstel pas begin november aan de Knesset zou voorleggen. Uit opiniepeilingen blijkt dat een meerderheid van de Israëlische bevolking voor terugtrekking is, maar binnen de Likud-partij van Sharon is veel weerstand tegen zijn plannen.

De regering-Sharon heeft sinds het vertrek van een aantal extreem rechtse partijen uit de coalitie geen meerderheid meer in het 120 zetels tellend parlement. Maar de linkse oppositie van Arbeiderspartij en Meretz heeft laten weten het plan voor de Gazastrook te steunen.

Sharon overleefde later twee moties van wantrouwen. De Knesset stemde met 60 tegen 52 tegen een motie van de Arbeiderspartij die gericht was tegen het sociaal en economisch beleid van de regering. Een motie van wantrouwen van Israëlisch-Arabische partijen redde het evenmin.

Daarentegen verwierp een meerderheid van parlementariërs (53 tegen 44) de toespraak van Sharon. De motie heeft verder geen gevolgen, maar vormt een symbolische tegenslag voor het Gazaplan en geeft opnieuw aan hoe wankel de positie van de premier is.

De grootste organisatie van de Joodse kolonisten, Yesha, heeft voor deze week demonstraties aangekondigd tegen de evacuatie van alle 21 nederzettingen op de Gazastrook en vier nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Voor donderdag en de dagen erna zijn er acties in honderd Israëlische steden en nederzettingen aangekondigd. Zondag moet het hoogtepunt volgen met het vertonen van beelden van de demonstraties op een groot videoscherm vlak bij het kantoor van Sharon in Jeruzalem.

Het Israëlische leger zette de afgelopen dagen zijn grootschalige veiligheidsoperatie in de noordelijke Gazastrook voort. Israëlische toestellen vuurden zondagnacht een raket af op een groepje gewapende mannen in het vluchtelingenkamp Jebaliya in het noorden van de Gazastrook. Zij doodden daarbij een van de mannen en verwondden zeven anderen, zeiden Palestijnse bronnen. Het Israëlische leger zei dat de mannen bezig waren geweest met voorbereidingen voor een bomaanslag.

Gisterochtend reden legervoertuigen en bulldozers de stad Deir el-Balah in Centraal-Gaza binnen. Er braken vuurgevechten uit tussen Israëlische militairen en Palestijnse strijders. Ten minste één Palestijn vond de dood en acht anderen, in leeftijd variërend van 7 tot 19 jaar, raakten gewond.

Verder deed zich maandag een aantal explosies voor in een woning in Rafah, in het zuiden van de Gazastrook. Vijf mensen raakten gewond, aldus ooggetuigen en medewerkers van het ziekenhuis in Rafah. Volgens de getuigen werd het huis geraakt door een Israëlische raket. De woning behoorde toe aan Mohammed Sheikh Khalil, de lokale leider van de Islamitische Jihad. Overigens ontkende het Israëlische leger iedere activiteit in de omgeving.

Egypte wil harder optreden tegen wapensmokkel vanuit de Sinaïwoestijn naar de Palestijnse Gazastrook. Egyptische veiligheidsfunctionarissen hebben daarvoor een plan overlegd aan Israël. Dat meldden Israëlische politieke bronnen maandag.

Caïro wil extra militairen legeren in de Sinaï om de smokkel tegen te gaan. Volgens de bronnen heeft Egypte het plan vorige week, vóór de aanslagen in de vakantieoorden aan de Rode Zee, aan Israël overhandigd. Door die aanslagen in onder meer Taba kwamen 32 mensen om het leven, onder wie Israëlische toeristen.

De Egyptische regering wil voor de terugtrekking van Israël uit de Gazastrook een eind maken aan de stroom van wapens en explosieven die vanuit Egypte naar Palestijnse radicale groepen in de Gazastrook worden gesmokkeld. Krachtens het Israëlisch-Egyptisch vredesverdrag van 1979 mag Caïro slechts een beperkt aantal militairen in het oosten van de Sinaï nabij Israël stationeren. Israëlische bronnen zeggen dat de regering van Sharon het vredesverdrag niet wil veranderen. Maar zij accepteert wel een wijziging van het aantal Egyptische troepen in de Sinaï-woestijn. Daarover zouden beide landen dan aparte documenten moeten uitwisselen.