Opinie

Overgave

„Je moet het maar overgeven”, zegt men wel in vastgelopen situaties. Vaak beseft men nauwelijks wat daarmee is gezegd. Overgave betekent immers dat je al je zorgen neerlegt in Gods schoot en je toevertrouwt aan Zijn vaderlijke wil. Het lijkt zo eenvoudig. En dat is het ook. Maar níét als je het in eigen kracht moet doen.

12 October 2004 08:10Gewijzigd op 14 November 2020 01:44

Ronduit onmogelijk! Het is alleen dan eenvoudig als je mag geloven dat God een Vader is Die alle dingen, ook het ongerijmde en ondraaglijke, doet medewerken ten goede. Overgave is een complete capitulatie, tegen de drang van eigen vlees en bloed in. Daartoe is geen sterveling van huis uit in staat. Het is geen kunst die men zich eigen maakt, maar gunst door God verleend. Saulus overkwam het. Hoog zat hij te paard. Zelfbewust. In eigen oog een ridder Gods. Maar toen de verhoogde Christus hem uit het zadel lichtte, ging hij door de knieën. De ridder werd een bidder, en hij bleef het levenslang. ”Nood leert bidden”, luidt het spreekwoord. Vergeet het maar. Het is niet waar. Niet nood leert bidden, maar de Heere.

Deemoed
Wel is het waar dat God de noden van het leven vaak gebruikt om de weg van het gebed te banen. Hoe? Door ons van onze hoogten neer te halen en te brengen in het dal. Dit dal van de deemoed is het trefpunt waar God ons wil ontvangen en ontmoeten. Daar brengt Hij ons Zelf. Want we staan te hoog. Wie zich verheft, wordt niet gezien. Genade landt in de diepte. Luther: „Omdat God de Allerhoogste is, kan Hij niet omhoog zien, want er is geen ”hoger”; evenmin kan Hij naast zich zien, want niemand is met Hem te vergelijken. Daarom kan Hij alleen naar beneden zien. En hoe dieper zich een mens nu onder Hem bevindt, des te beter wordt hij gezien.”

Daar heeft men niets te bieden dan een hulpbehoevend hart, dat zich verlaat op Gods belofterijk gebod: „Doe uw mond wijd open, Ik zal hem vervullen.”

Calvijn noemt dat „appelleren aan Gods beloften.” Overgave is geen doffe berusting, maar een beroep op Gods belofte. We staan niet op eigen rechten, maar op het genadige voorrecht dat de Heere Zelf heeft aangereikt: „Roep Mij aan in de dag der benauwdheid, Ik zal er u uithelpen.” Het ogenschijnlijk ootmoedige bezwaar dat een mens hier te onwaardig voor is, zou in werkelijkheid wel eens uit trots kunnen voortkomen. Vinden we het misschien beneden onze waardigheid de bedelende hand op te houden? Wie bidt, legt deze arrogantie af. Die hééft niet alleen een gebed, maar ís een en al gebed.

Pleidooi
Juist voor zulke berooiden liggen schatten gereed. In eigen engte gaat de ruimte van Gods goedgeefsheid open. Daar hoeven we geen status van geschiktheid en bekwaamheid te etaleren, zoals de farizeeër deed, maar mogen we slechts de zondaar zijn die de tollenaar was. Bidden is tot niets anders in staat zijn dan te vluchten naar Hem Die armzaligen onderdak verschaft.

Zoals dat eenzame zwervertje deed in de straten van Londen. Hij liep langs een herenhuis waarop een bord was aangebracht met de boodschap dat men daar daklozen opnam. Hij belde aan en een deftig heerschap deed open. „Zou ik hier binnen mogen, meneer?” „Jazeker, kerel, als jij een aanbeveling hebt van een bevoegde instantie.” Het ventje stond beteuterd te kijken, want zo’n document bezat hij niet. Maar daar kreeg hij een inval en zei: „Meneer, ik heb geen brief op zak, maar zou dít misschien mijn aanbeveling kunnen zijn?” Met zijn magere knuistjes wees hij op de scheuren in zijn broek, de rafels aan zijn jasje, de gaten in zijn schoenen. „Kom jij er maar in”, zei de huisvader!

Zo veel temeer zet de Heere Zijn huis en vaderhart open voor ieder de te arm is om Hem te kunnen missen.

Prof. dr. A. de Reuver, bijzonder hoogleraar vanwege de Gereformeerde Bond aan de Universiteit Utrecht

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer