Strijders al–Sadr leveren mondjesmaat wapens in
In de sjiitische wijk Sadr–City van Bagdad zijn militieleden maandag begonnen met de inlevering van hun wapens. Het ontwapeningsakkoord, dat het afgelopen weekeinde werd gesloten, moet een einde maken aan de wekenlange gevechten in de arme wijk van de Iraakse hoofdstad.
De Iraakse politie toonde zich tevreden over het aantal ingeleverde wapens, maar volgens aanwezige journalisten deden strijders slechts druppelsgewijs afstand van hun wapentuig.
Een van hen, Hashem, kwam bij een politiebureau 22 raketgranaten inleveren. „Ik hoor nu bij de interim–regering", aldus de man. „We willen vrede en niet meer tegen de Amerikanen vechten." De strijder kreeg volgens plan omgerekend 1100 dollar voor zijn wapenarsenaal.
De strijders hebben nog vier dagen de tijd om hun schiettuig in te leveren. Als tegenprestatie zal de interim–regering meer dan 500 miljoen dollar vrijmaken voor de wederopbouw van Sadr–City. Het verpauperde stadsdeel van Bagdad, dat meer dan 2 miljoen inwoners telt, is ernstig beschadigd door gevechten tussen de militie van Muqtada al–Sadr en Amerikaanse militairen.
Vergelijkbare onderhandelingen als die in Sadr–City tot een akkoord leidden, zijn ook aan de gang in het opstandige bolwerk Fallujah. Vertegenwoordigers uit de westelijke stad spraken in Bagdad met de Iraakse minister van Defensie, maar wisten nog geen doorbraak te bereiken.
Amerikaanse media repten vorige week van op handen zijnde aanvallen tegen dergelijke broeinesten van verzet. Maandag meldde de Los Angeles Times echter dat offensieven pas na de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2 november zullen plaatsvinden. Het Witte Huis is volgens anonieme bronnen bang dat grote militaire operaties, en de daarbij vallende slachtoffers, de verkiezingsuitslag negatief zullen beïnvloeden.
Ondanks positieve ontwikkelingen in de hoofdstad, ging het geweld in andere delen van het Arabische land onverminderd voort. Ten westen van Bagdad, in Hit, kwam het maandag tot verhitte vuurgevechten tussen Amerikaanse mariniers en opstandelingen. Volgens een woordvoerder van het Amerikaanse leger namen ongeveer honderd opstandelingen de mariniers onder vuur. De strijd, die meer dan een uur duurde, had plaats nabij een moskee die door de Amerikaanse luchtmacht is bestookt. Het gebedshuis raakte daardoor beschadigd en vloog in de brand.
Bij een raketaanval ten zuiden van Bagdad kwamen twee Amerikaanse militairen om en raakten vijf anderen gewond. Een aanslag met een autobom op een Amerikaans konvooi, in de noordelijke stad Mosul, kostte een militair en twee Irakezen het leven. Zeker 27 mensen, achttien burgers en negen Amerikaanse soldaten, raakten gewond.
De Arabische nieuwszender al–Jazeera meldde dat een militante groepering een Turk en zijn Iraakse tolk heeft onthoofd. Het station zond een video uit waarin de Turk tussen twee gemaskerde mannen staat, maar liet de onhoofding niet zien, omdat die te gruwelijk zou zijn.
In de zuidelijke provincie al–Muthanna heeft de Iraakse politie maandagochtend een Irakees aangehouden die verdacht wordt van de aanslag op Nederlandse militairen vorige week donderdag bij Ar Rumaythah. Een Nederlander raakte lichtgewond toen, op het moment dat hij in een konvooi passeerde, een bom ontplofte.