‘Een derde minder melkveehouders in 2030’
Het aantal melkveebedrijven in Nederland zal de komende tien jaar waarschijnlijk met een derde afnemen. Van de 16.000 bedrijven in 2018, zullen er ongeveer 10.600 overblijven in 2030. Tegelijkertijd zal de totale hoeveelheid geproduceerde melk in deze periode licht stijgen. Dat zijn de uitkomsten van onderzoek door Wageningen University & Research (WUR) in opdracht van zuivelreus FrieslandCampina.
Een deel van de melkveehouders zal de komende tien jaar stoppen vanwege leeftijd en het ontbreken van een opvolger. Daarnaast zullen er melkveeboeren moeten stoppen omdat zij niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. Schommelingen in onder meer de melkprijs en de hoogte van de rente kunnen grote gevolgen hebben voor de situatie van de melkveeboeren in 2030, aldus de onderzoekers.
Verder blijft in het meest waarschijnlijke scenario de melkveehouderij binnen het fosfaatplafond en lijken het stikstofplafond en de afspraken uit het Klimaatakkoord haalbaar. Naar verwachting neemt de totale melkproductie wel met 4 procent toe, aangezien de onderzoekers denken dat de melkproductie per koe iets zal toenemen. De gemiddelde bedrijfsgrootte van een Nederlandse melkveehouderij zal daarnaast waarschijnlijk stijgen van 101 naar 139 melkkoeien.
Alfons Beldman, onderzoeker bij Wageningen University & Research, wijst erop dat het „gelijktijdig verbeteren van de duurzaamheid en het economisch perspectief van de melkveehouderij geen eenvoudige opgave” is. Hij acht het daarom belangrijk dat melkveehouders, banken, zuivelbedrijven en beleidsmakers bij de overheid werken aan economisch perspectief dat gericht is op de lange termijn.