Oversterfte in EU van 168.000 tussen maart en juni
Tussen maart en juni (week 10 tot 26) waren er in de EU 168.000 meer overlijdens dan het gemiddelde in dezelfde periode in de vier voorgaande jaren, meldt het Europees Bureau voor de Statistiek Eurostat. In week 14 (eind maart, begin april) bereikte de oversterfte met 36.000 een piek. Het hoogste aantal bovengemiddelde overlijdens tussen maart en juni werd genoteerd in Spanje (48 000) en Italië (46.000), gevolgd door Frankrijk (30 000) en Duitsland en Nederland met elk rond 10.000.
De cijfers van Eurostat betreffen 26 EU-lidstaten. Het bureau wijst erop dat de cijfers alle sterfgevallen in die periode in de EU betreffen, niet alleen die van slachtoffers van het coronavirus. Ze zijn echter „nuttig” om de directe en indirecte gevolgen van de pandemie voor de Europese bevolking te kunnen beoordelen.
Vergeleken met het gemiddeld aantal sterfgevallen voor de jaren 2016 tot en met 2019 werden in de laatste twee weken van maart en de eerste week van april in Spanje meer dan twee keer zoveel sterfgevallen als normaal geregistreerd. In België was dat in de eerste week van april eveneens het geval. In Nederland was sprake van meer dan 40 procent oversterfte tussen eind maart en eind april. Het Italiaanse Bergamo en Segovia in Spanje werden het hardst getroffen.
96 procent van de totale oversterfte in de EU tussen maart en juni betrof 70-plussers (161.000). In de vier voorgaande jaren kwam gemiddeld 76 procent van de sterftecijfers uit deze leeftijdsgroep.