Twee autobommen ontploft in Bagdad
In de Iraakse hoofdstad Bagdad zijn zondagmorgen kort na elkaar twee autobommen ontploft. Tien Irakezen en een Amerikaanse soldaat kwamen daarbij om het leven en zestien Irakezen raakten gewond. Een van de autobommen ontplofte bij een politieacademie en onder de doden bevinden zich drie leerlingen van de academie en een politieagente.
De tweede aanslag werd gepleegd bij een markt in de buurt van het ministerie van Cultuur. De aanslag was volgens de politie mogelijk gericht tegen een passerend Amerikaans legerkonvooi. De groep al-Tawhid wa al-Jihad van de Jordaanse extremist Abu Musab al-Zarqawi eiste de verantwoordelijkheid voor beide aanslagen op. De groep sprak in een verklaring op internet van ”martelaarschapoperaties” of zelfmoordaanslagen.
Zaterdag is een vredesakkoord gesloten tussen de Iraakse interim-regering en de sjiitische militie van Muqtada al-Sadr. De interim-regering geeft sjiitische militieleden vijf dagen om hun wapens in te leveren. Dat zei nationale veiligheidsadviseur Kassim Daoud zondag.
Hij zei verder dat de Iraakse interim-regering meer dan 500 miljoen dollar zal vrijmaken voor de wederopbouw van Sadr-City, het verpauperde stadsdeel van Bagdad dat ernstig beschadigd raakte door gevechten tussen de militie van Muqtada al-Sadr en Amerikaanse militairen.
Krachtens het akkoord gaan de Iraakse politie en de Nationale Garde een rol spelen in Sadr-City, aldus Daoud. Zij zouden vandaag al aan de slag gaan. Hij zei zich het recht voor te behouden om de hulp in te roepen van het Amerikaanse leger om de rust te bewaren in Sadr-City.
Het is volgens de Amerikaanse minister van Defensie, Donald Rumsfeld, onwaarschijnlijk dat de Verenigde Staten voor de verkiezingen die begin volgend jaar in Irak worden gehouden, troepen uit het land terugtrekken. Rumsfeld zei dat zondag tijdens een onaangekondigd bezoek aan Irak. Hij bezocht Amerikaanse troepen op de luchtbasis Al-Asad in de provincie Anbar.
„We hopen dat we, terwijl we het Iraakse leger opbouwen, de druk op onze troepen kunnen verlichten en de coalitietroepen over enige tijd kunnen inkrimpen, waarschijnlijk na de Iraakse verkiezingen. Maar nogmaals, dat hangt volledig af van de veiligheidssituatie in dit land”, zei Rumsfeld, die voor de zesde keer in Irak was, maar niet eerder de provincie Anbar bezocht. Anbar is een bolwerk van het Iraakse verzet. Het was ook voor het eerst sinds het aantreden van de Iraakse interim-regering dat Rumsfeld in Irak was.
Ook de Poolse minister van Defensie, Jerzy Szmajdzinski, bracht zondag een bliksembezoek aan Irak. Szmajdzinski kondigde daarbij aan dat het Poolse commando bij de stad Babylon en een basis in de stad Kerbala worden verplaatst naar een basis bij Diwaniyah, meer naar het zuiden. De verhuizing gebeurt op verzoek van de Iraakse autoriteiten, die door de aanwezigheid van troepen, helikopters en zwaar materieel vrezen voor schade aan overblijfselen uit de Oudheid.
Bij gevechten met opstandelingen in Anbar kwam zaterdag een Amerikaanse marinier om het leven. Drie Irakezen werden gedood.
Op een weg 10 kilometer ten oosten van Ramadi ontplofte een autobom op het moment dat er een Amerikaans legerkonvooi voorbijreed. Er raakten geen soldaten gewond. Ook Fallujah ligt in Anbar.
Het Arabische televisiestation Al-Jazeera heeft van Iraakse opstandelingen bericht ontvangen dat zij tien Turkse gijzelaars hebben vrijgelaten. Een redacteur van Al-Jazeera heeft dat zondag gezegd.
Het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken kon de vrijlating niet bevestigen, net zo min als de werkgever van de Turken, het bouwbedrijf Visnan. Een medewerker van Visnan zei alleen dat de pogingen om de werknemers vrij te krijgen „positief” verliepen.