Archeologische vondsten in snel smeltende Zwitserse gletsjer
Nog nooit viel er zo weinig sneeuw op de grootste Zwitserse gletsjer in de Alpen als dit jaar. Uit een Zwitsers onderzoek blijkt dat de gletsjers ook in 2020 op een alarmerend snel tempo smelten, maar dat biedt wel een bijzondere kans voor archeologen om nieuwe schatten te ontdekken.
Volgens het onderzoek van de Zwitserse Academie van Wetenschap hebben de gletsjers in de Alpen dit jaar al 2 procent aan volume verloren. Hoewel dit te vergelijken is met de jaarlijkse afname van het afgelopen decennium, is dit volgens onderzoeker Matthias Huss zeer zorgwekkend.
„De cijfers zijn wat lager dan de afgelopen drie jaar, toen we extreem hoge temperaturen hadden, maar toch verloren de gletsjers veel massa”, zei hij, en hij benadrukte dat een verlies van 2 procent per jaar „echt veel is”. Nog zorgwekkender is volgens hem dat op de grootste gletsjer in de Alpen, de Aletsch, de sneeuwophoping dit jaar het laagste niveau ooit bereikte. Volgens een ander onderzoek zal over een eeuw twee derde tot bijna al het gletsjerijs gesmolten zijn door de broeikasgasuitstoot.
Het smelten van het duizenden jaren oude ijs leidt er wel toe dat archeologen nieuwe ontdekkingen doen. Zo vonden archeologen onlangs zeldzame sporen van jagers en verzamelaars die 9500 jaar geleden op zoek gingen naar kristallen in de bergen. De klimaatverandering heeft daarmee geleid tot een nieuw wetenschapsgebied: gletsjerarcheologie.
De afgelopen twee decennia zijn bijzondere vondsten gedaan in het ijs die nieuwe inzichten bieden over de prehistorische mens. De archeologen moeten hun werk wel vlug uitvoeren. Zodra de materialen uit het ijs vrijkomen, vergaan ze snel.