Fraudeverdachte drie keer gekozen
Hoewel hem is ontraden veel contact met de pers te zoeken, wil de van fraude verdachte waterschapskandidaat drs. ing. H. Chr. Bremer wel even stoom afblazen nadat hij blijkt gekozen te zijn in drie van de dertien waterschappen waarin hij zich kandidaat had gesteld.
„Er hebben 6000 mensen op me gestemd en die wil ik niet teleurstellen”, aldus de dijkenbouwer van professie. Bremer heeft in de waterschappen Hollandsche Delta, Schieland en Rijnland voldoende steun verworven om in het bestuur van die waterschappen zitting te nemen. Omdat hij zich in negen van de dertien waterschappen had teruggetrokken, blijkt hij in slechts een van de vier waterschappen waar hij nog wel kandidaat was, niet gekozen te zijn. Sinds 2003 maakt Bremer al deel uit van het bestuur van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
„Ik heb de afgelopen weken erg veel steunbetuigingen gekregen in de zin van „Laat je niet wegduwen, Hans, want je hebt gewoon een goed verhaal.” Ik heb steeds van mensen gehoord dat ze vonden dat ik een goede tekst had. Echt, bekende Nederlanders hebben me steunbetuigingen gestuurd. Misschien dat ze juist door het feit dat ik in het nieuws kwam, beter op me zijn gaan letten. Zo komt het waarschijnlijk dat ik in Schieland het op een na hoogste aantal stemmen heb kunnen verzamelen.”
Bremer heeft de afgelopen week geprobeerd de waterschappen gunstig te stemmen, want er moet nog worden besloten hoe met de van fraude verdachte kandidaat moet worden omgegaan. Zo neemt het huidige algemeen bestuur van Rijnland op 27 oktober een besluit over toelating van alle 36 nieuwe bestuursleden.
Bremer: „Ik heb in Rijnland 64 handtekeningen extra overhandigd, in Schieland 57 en ik ben van harte bereid om ook in de andere schappen, al was het van 10 procent van de stemmen, handtekeningen extra aan te dragen. Ik help de waterschappen daarmee in hun beslissing, want laten we wel wezen: de oorspronkelijke lijsten waren officieel goedgekeurd en de termijn van bezwaar is al heel lang afgelopen. Daarbij ging het om een handtekening of zes en in Schieland had ik er negen van de tien goed.
Bovendien: bij fraude is altijd sprake van financieel gewin en daar was in dit geval geen sprake van. Duidelijk is dat ik heel dom ben geweest en m’n excuus voor die slordigheid heb aangeboden. Zo mag het nooit meer. Ik heb de waterschappen gevraagd met me te willen praten over de nu ontstane situatie.”
Op de vraag wat het handelsmerk is van de werkloze ingenieur, antwoordt hij: „Ik zou alle besturen van de waterschappen willen voorstellen zichzelf onder de controle te willen plaatsen van de Provinciale Staten. Er bestaat in deze bestuurslaag geen enkele corrigerende instantie en die vorm is in deze tijd achterhaald. Ambtenaren doen hun werk zoals zij graag willen en de bestuursleden knikken nagenoeg altijd instemmend, alhoewel velen niet weten waarover ze beslissen. Ik kom zelf van driehoog in de Amsterdamse Pijp, maar weet via mijn professie waarover ik praat. De onkunde in de waterschapsbesturen is groot en als er dan geen enkel controlerend orgaan is, is dat heel griezelig. Er staan vooral voor de boeren enorme belangen op het spel.
Verder ben ik voor de afschaffing van de heffing voor de categorie ”gebouwd”. De financiering van het waterschap moet via de inkomstenbelasting. Ik hoop me na al deze roerige kwesties eindelijk op deze zaken te kunnen storten en de wijze waarop ik daaraan gestalte geef, mag ook worden getoetst.”