‘Verbod op softdrugsgebruik op straat schuurt met gedoogbeleid’
Het nieuwe verbod op het gebruiken van softdrugs op straat, een van de maatregelen om het coronavirus te bestrijden, wijkt af van datgene wat de Opiumwet verbiedt. De Opiumwet verbiedt het gebruik expliciet niet. Dit zegt hoogleraar recht en samenleving Jan Brouwer van de Rijksuniversiteit Groningen.
Het in bezit hebben van alcohol en softdrugs op straat na 20.00 uur is met ingang van woensdagavond 22.00 uur de komende vier weken verboden. Ook het nuttigen van alcohol en drugs op openbare plekken behoort tot de nieuwe restricties. De verboden worden opgenomen in de noodverordeningen van de 25 veiligheidsregio’s. Brouwer stelt dat deze regelgeving schuurt met de Opiumwet. „Het aanwezig hebben van softdrugs wordt al verboden in de Opiumwet, maar dat wordt niet gehandhaafd als het om een gebruikshoeveelheid gaat.”
De nieuwe noodverordening verbiedt ook het op zak hebben van softdrugs. Dat verbiedt de Opiumwet dus al, maar als het om een gebruikshoeveelheid gaat, dan wordt hierop niet gehandhaafd op basis van beleid van het Openbaar Ministerie. Brouwer zegt eraan te twijfelen of het OM het beleid aanpast. „Het OM hanteert een richtlijn om het verbod softdrugsbezit uit de Opiumwet niet te handhaven. Maar nu moeten ze wel de noodverordening handhaven. De voorzitter van de veiligheidsregio, die de noodverordening opstelt, heeft geen zeggenschap over het OM.”
Het inzetten van een noodverordening is juridisch geen probleem, zegt Brouwer. „Als er sprake is van ramp of crisis, dan mag worden afgeweken van gewone wetgeving. Niet van de Grondwet, maar wel van de wetten zoals de Opiumwet.”