Hooggerechtshof breekt volkstelling VS vroegtijdig af
De volkstelling in de Verenigde Staten wordt ruim twee weken eerder dan gepland beëindigd. Het Hooggerechtshof heeft een besluit van een federaal hof om de telling tot eind deze maand te laten doorlopen geblokkeerd.
Het oordeel is een tegenvaller voor burgerrechtenorganisaties, die aanvoeren dat minderheden daarom onderbedeeld in de statistieken terechtkomen en politiek minder goed worden vertegenwoordigd. Het hoogste rechtscollege van de VS gaf geen motivatie voor het besluit. Een van opperrechters was het er niet mee eens.
De regering-Trump wil nu ophouden met tellen met als argument de deadline voor het eindrapport eind dit jaar te kunnen halen. Een hof in San Francisco had dat eerder afgewezen.
Op basis van de grondwet worden elke tien jaar alle personen in het land geteld. Daarmee wordt bijvoorbeeld de vertegenwoordiging van de staten bepaald in de 435 zetels van het Huis van Afgevaardigden. Het telbureau liet overigens dinsdag weten dat over 99,9 procent van alle huizen informatie is ingewonnen.
Trump gaf in juli opdracht immigranten zonder papieren uit te sluiten van de telling. Een federaal hof stak daar een stokje voor, waarna ook deze zaak bij het Hooggerechtshof belandde. De rechters beslissen later deze maand of ze Trumps beroep in behandeling nemen.