De autoriteiten leggen de verantwoordelijkheid bij islamitische separatisten. Een belangrijke anti-Indiase beweging in Kasjmir, Hizbul Mujahideen, heeft vrijdag laten weten dat ze de aanslagen afkeurt. Ze stelt juist dat extremisten die voor de handhaving van het Indiase gezag zijn achter de misdaden zitten. Er is een tiental extremistische, separatistische moslimbewegingen actief in de Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir.

In de stad Shopiyan, dat vijftig kilometer ten zuiden van Srinagar ligt, liepen 35 mensen letsel op doordat vier of vijf granaten op een druk marktplein afgingen. De tweede aanslag, eveneens met granaten, volgde vijf uur later bij een bushalte in Arantnang, dat even ten zuiden van Shopiyan ligt. Daarbij raakten zeventien mensen gewond. Vrijwel alle slachtoffers zijn burgers.

Kasjmir is sinds de opsplitsing van het voormalige Brits-Indië in de onafhankelijke staten India en Pakistan fel omstreden. Volgens het Indiase persagentschap UNI zijn vrijdag negen Pakistaanse soldaten gedood door artilleriebeschietingen. De strijdkrachten van de twee landen beschieten elkaar geregeld langs de demarcatielijn, het voormalige front.

Op 13 december pleegde een groepje extremisten uit Kasjmir een aanslag op het Indiase parlement in New Delhi. De spanning tussen de twee kernmachten India en Pakistan liep op. Het aantal militairen in de betwiste streek steeg tot zo’n 800.000.

India eist dat Pakistan meewerkt in de strijd tegen terroristen, die vanuit Pakistaans ”Vrij Kasjmir” dood en verderf zaaien over de grens in India. Pakistan is een oude bondgenoot van de Verenigde Staten, maar die hebben er nu op aangedrongen dat Pakistan terroristen uitlevert. Het Indiase persbureau PTI heeft vrijdag vanuit Washington gemeld dat de VS aan Pakistan hebben gevraagd twintig door India gezochte terroristen uit te leveren of ze anders snel zelf te berechten.

De ”strijd tegen het terrorisme” kent ook in India politieke tegenslagen. De omstreden wetgeving die leger, politie en justitie veel meer macht geeft om op te treden, de Verordening tot Preventie van Terrorisme (POTO), is gisteravond door het Hogerhuis verworpen. De regeringscoalitie, die in het Lagerhuis een meerderheid heeft, probeert op 26 maart nog eens de wetgeving aangenomen te krijgen in een speciale zitting van beide kamers van het parlement, zo werd vrijdag bekendgemaakt.

De POTO definieert iedereen die de eenheid van India bedreigt en iedereen die terreur zaait als een terrorist. De nadruk op eenheid en de groeiende macht van de centrale regering gaan de laatste jaren veel te ver, volgens politici uit de deelstaten.