EU krijgt toestemming voor heffingen op Amerikaanse producten
De Europese Unie mag op 4 miljard dollar aan Amerikaanse goederen importheffingen opleggen, wegens verboden staatssteun door de Verenigde Staten aan vliegtuigmaker Boeing. Dat heeft de Wereldhandelsorganisatie (WTO) bepaald na een jarenlange procedure.
Het gaat om heffingen in een al zestien jaar durend conflict tussen de VS en de EU over staatssteun aan hun luchtvaartsector. Washington beschuldigde Europese landen ervan Airbus stiekem te hebben ondersteund met gunstige leningen. De EU vindt op haar beurt dat de VS het Amerikaanse luchtvaartconcern Boeing hebben geholpen met voordelige belastingregels.
De VS kregen vorig jaar definitief hun zin van de WTO en mochten importheffingen instellen op 7,5 miljard dollar aan Europese producten. De omvang van de strafmaatregelen die de EU volgens de WTO nu mag nemen, is veel kleiner dan Brussel had gewild. De EU pleitte voor heffingen op 8,6 miljard dollar aan Amerikaanse goederen.
Om de handelsspanningen weg te nemen hebben Boeing en Airbus al toezeggingen gedaan. Zo pleitte Boeing zelf bij de staat Washington voor het afschaffen van belastingvoordelen, die ook zijn teruggedraaid. Airbus kondigde aan leningen van de Franse en Spaanse overheid sneller terug te betalen. De EU vindt nu dat de Amerikaanse strafheffingen beëindigd moeten worden en heeft een aanvraag daarvoor bij de WTO ingediend.
Of de EU daadwerkelijk tot importheffingen overgaat, hangt af van overleg met de Amerikanen over een vergelijk. De Europese Commissie gaf eerder aan al onderhandelend tot een oplossing te willen komen, maar invoerheffingen niet te schuwen. Persbureau Bloomberg meldt op basis van Brusselse ingewijden dat het landenblok liever eerst de uitslag van de presidentsverkiezingen in de VS afwacht voordat er handelsbarrières worden opgelegd.