EU-vissers: VK moet bovenmatige vangstrechten teruggeven
Europese vissers vinden dat het Verenigd Koninkrijk een extra voordeel uit 1983 moet teruggeven voordat sprake kan zijn van een nieuwe verdeling van visquota.
Dat zegt Gerard van Balsfoort, voorzitter van de European Fisheries Alliance (EUFA), een koepel van belangenorganisaties uit acht Europese visserijlanden.
Volgens hem kregen de Britten bij de invoering van het Europese visserijbeleid in 1983 voor zeven belangrijke vissoorten ruim een kwart meer quota dan op basis van historische vangsten gerechtvaardigd was
Van Balsfoort liet maandag weten zich ernstige zorgen te maken over de gevolgen van een mogelijke „slechte deal” tussen de EU en het VK over visserij, nu de onderhandelingen over een handelsovereenkomst in een stroomversnelling lijken te komen.
Een harde brexit (vertrek van het VK zonder overeenkomst) zal zelfs het einde van het gemeenschappelijke Europese visserijbeleid inluiden, vreest hij. Voor Nederland, met een grote vloot en weinig eigen water, zou dat funest zijn. De Nederlandse vloot haalt een kleine 60 procent van de vangst uit Brits water, goed voor bijna 40 procent van de jaaromzet.
Het VK wil zelf bepalen wie met ingang van 2021, als de overgangsfase uit het brexitakkoord voorbij is, in Brits water mogen vissen. Ook wil het land een groter aandeel in de visquota, die tot nu toe jaarlijks door de Europese visserijministers (inclusief die van het VK) worden vastgesteld.