Sanquin vindt investeerders voor plasmatak
Sanquin heeft zijn dochterondernemingen die geneesmiddelen maken op basis van bloedplasma van de hand gedaan. Een groep investeerders neemt een belang in een Nederlandse en een Belgische dochter van Sanquin, dat wel een prioriteitsaandeel houdt waardoor er flink wat zeggenschap blijft. De plasmatak is momenteel een geneesmiddel tegen Covid-19 aan het ontwikkelen op basis van bloedplasma van mensen die besmet zijn geweest met het coronavirus.
De investeerders, een groep geldschieters met ervaring in de biomedische sector en het in de markt zetten van geneesmiddelen op basis van plasma, nemen een belang in Sanquin Plasma Products (SPP) en Plasma Industries Belgium (PIBe). De bloedbank van Sanquin staat organisatorisch volledig los van SPP, waardoor er door de overeenkomst voor dat deel niets verandert.
SPP is de afgelopen jaren aan alle kanten ingehaald door grotere partijen die door overnames en samenwerkingen zijn ontstaan. Het Nederlandse bedrijf kon volgens voorzitter Tjark Tjin-A-Tsoi van de raad van bestuur van Sanquin op eigen kracht niet dezelfde kostenbesparingen en efficiëntie behalen omdat de Nederlandse markt simpelweg te klein is. Ook was er geen geld voor de benodigde investeringen in modernere productiefaciliteiten.
Met hulp van de investeerders moet SPP ook buiten Nederland en België meer marktaandeel behalen en een efficiëntieslag maken. Volgens Tjin-A-Tsoi kunnen dan meer geneesmiddelen worden gemaakt met dezelfde hoeveelheid plasma. Bovendien blijven volgens de directeur de kennis en infrastructuur in Nederland behouden.