Bedrag per universiteitsstudent daalt ondanks afschaffen beurs
Universiteiten zien het bedrag dat ze per student krijgen van de overheid nog steeds dalen, ook al mogen ze geld dat wordt bespaard door afschaffing van de basisbeurs investeren in kwaliteitsverbetering. Die extra bijdrage is niet hoog genoeg om de trend te keren, blijkt uit cijfers van Vereniging van Universiteiten VSNU.
De VSNU becijfert dat universiteiten in het jaar 2000 nog 20.000 euro per student ontvingen. Dat is door een forse stijging van het aantal studenten gedaald tot iets minder dan 15.000 euro, de zogeheten studievoorschotmiddelen ten spijt. Zonder het ‘extra’ geld uit de afschaffing van de basisbeurs was het bedrag per student volgens de berekeningen van de VSNU rond de 14.000 euro per jaar uitgekomen.
Uit CBS-cijfers blijkt dat in collegejaar 2000/2001 ruim 166.000 mensen in Nederland wetenschappelijk onderwijs volgden. In de twintig jaar daarna is dat toegenomen tot bijna 307.000.
Voorstanders van de afschaffing van de basisbeurs benadrukten vaak dat het hoger onderwijs erdoor zou verbeteren. Voorzitter Dahran Çoban van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) ziet vooral een pas op de plaats. „Het is jammer dat het aanvullende karakter van de beloofde extra investeringen uit lijkt te blijven, omdat de kwaliteitsmiddelen nu nodig zijn voor het behoud van onderwijskwaliteit in plaats van een verbetering hiervan”, zegt ze.
De vrijgekomen middelen worden volgens het overzicht van VSNU vooral geïnvesteerd in intensiever en kleinschaliger onderwijs. In 2019 gaven de universiteiten in totaal 66 miljoen euro uit aan kwaliteitsverbeteringen, meldt de vereniging op basis van de jaarverslagen van de instellingen.
Ondanks het gedaalde bedrag per student noemt de VSNU concrete resultaten van de investeringen. „Zo is bij de Universiteit Maastricht de groepsgrootte al teruggebracht tot maximaal vijftien studenten, en worden bij de Erasmus Universiteit Rotterdam extra tutoren ingezet om kleinschaliger onderwijs mogelijk te maken.” Universiteiten investeerden verder in hun onderwijsfaciliteiten, die bijvoorbeeld de digitalisering ondersteunen. Ook namen ze studentenpsychologen en mentoren aan. „De afgelopen tijd is studentenwelzijn steeds meer een speerpunt voor universiteiten geworden”, aldus VSNU.
De vraag is wat er na de verkiezingen zal gebeuren. In de Tweede Kamer is inmiddels een meerderheid voor afschaffing van het leenstelsel en herinvoering van studiefinanciering. De VSNU heeft daar geen mening over, maar hoopt wel dat het extra investeringsbudget sowieso in stand blijft, aldus een woordvoerder.