Veel medicijnresten gevonden in oppervlaktewater
Veel medicijnresten komen terecht in het Nederlandse oppervlaktewater. Het gaat om ongeveer 190 ton per jaar aan voorgeschreven medicijnen, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het RIVM en onderzoeksinstituut Deltares publiceren maandag een rapport waar de metingen van de afgelopen jaren in worden beschreven. Daarin staat dat van negentien stoffen de risicogrens in het oppervlaktewater is overschreden in 2017 en 2018. Het gaat dan onder meer om antibiotica, pijnstillers, antidepressiva en bloeddrukverlagers.
Het RIVM heeft alleen medicijnen gemeten die moeten worden voorgeschreven door een arts, over medicijnen die vrij te koop zijn in de winkel zijn geen gegevens bekend. De werkelijke hoeveelheid medicijnen in het water ligt aanzienlijk hoger. Ook is er geen rekening gehouden met afbraakproducten van medicijnen die in het water weer de vorm van de oorspronkelijke werkzame stof kunnen krijgen. Dat kan voor nog eens 50 tot 500 ton extra medicijnen in het water zorgen.
De metingen van de afgelopen vier jaar schetsen een ander beeld dan wat het RIVM optekende in 2016. Toen werd 140 ton aan medicijnresten gemeten. „Er worden niet wezenlijk meer medicijnen gebruikt, maar er is meer gemeten, we hebben dus meer gegevens over normoverschrijdingen”, zegt Caroline Moermond van het RIVM tegen Trouw.
De medicijnresten kunnen schadelijk zijn voor dieren in het water, bijvoorbeeld door hormoonverstoring. Momenteel wordt 60 procent van de medicijnresten uit het water gefilterd.