Dat staat in een rapport van het Innovatieplatform, dat voorzitter van de HBO-raad Leijnse ” heeft aangeboden aan minister Van der Hoeven (Onderwijs), vice-voorzitter van het platform. Scholen zouden maximaal 5 procent van hun budget moeten inzetten voor onderwijs dat direct aansluit bij de werkvloer. Het ministerie van Onderwijs zou een even hoog bedrag moeten bijpassen.

Het beroepsonderwijs zou per regio bindende afspraken met het bedrijfsleven over samenwerking moeten maken. Daarin moeten de partijen onder meer vastleggen hoeveel leerlingen bij bedrijven onderwijs volgen, hoe docenten worden bijgeschoold in bedrijven, hoeveel gastdocenten het bedrijfsleven levert en welke invloed bedrijven op het onderwijs krijgen.

Het Innovatieplatform vindt de vernieuwing binnen het beroepsonderwijs die nu gestalte krijgt „te fragmentarisch en projectmatig.” Daarom is een vernieuwingsfonds nodig om werken en leren echt dichter bij elkaar te brengen.

Minister Van der Hoeven, vice-voorzitter van het Innovatieplatform, onderschrijft het streven om het beroepsonderwijs meer op de werkvloer te laten aansluiten. Ze erkent dat het geld om dit te realiseren nu te versnipperd wordt ingezet. Ze wil geld bijleggen, als scholen aankomen met initiatieven voor nieuw onderwijs. Extra geld is er niet, het gaat om een herschikking van middelen.

Bedrijven zouden ook een duit in het zakje moeten doen, door duidelijker aan te geven wat ze van het onderwijs verlangen.