Kerk & religie

Zoeken naar zinvolle zorg in het verpleeghuis

Terechtkomen in het verpleeghuis –vaak onverwachts– is veelal ingrijpend. Theoloog en zorgethicus dr. Nico van der Leer promoveerde op de samenhang tussen zorg en zingeving in het verpleeghuis. De coronacrisis zet deze verhouding stevig onder druk, signaleert hij. „Er zijn mensen overleden aan eenzaamheid.”

8 October 2020 18:21Gewijzigd op 16 November 2020 20:36
Dr. Nico van der Leer is geestelijk verzorger en specialist zingeving in een Dordts verpleeghuis. De theoloog promoveerde in september op ”Zinvolle zorg in het verpleeghuis”. beeld RD, Henk Visscher
Dr. Nico van der Leer is geestelijk verzorger en specialist zingeving in een Dordts verpleeghuis. De theoloog promoveerde in september op ”Zinvolle zorg in het verpleeghuis”. beeld RD, Henk Visscher

Toen ds. Van der Leer –na 25 jaar als predikant van baptistengemeenten te hebben gediend– in 2010 werd aangesteld als geestelijk verzorger en specialist zingeving bij een Dordrechtse zorginstelling, sprak de directeur de wens uit dat er studie gemaakt zou worden naar zingeving in de zorg. „Daar zou je op kunnen promoveren”, grapte ds. Van der Leer. Tot zijn schrik was het antwoord serieus: „Zou je dat willen?” Het leidde tot zijn promotieonderzoek, dat hij in september afrondde. Het onderwerp: ”Zinvolle zorg in het verpleeghuis. Een onderzoek naar de samenhang tussen zorg en zin en de rol van de geestelijk verzorger”.

In uw onderzoek komt het woord ”zin” vaak naar voren. Wat betekent dat voor u?

„Zingeving is best een abstract begrip. Dat heb ik in dit onderzoek concreet gemaakt, door zin samen te vatten met de vraag: Wat betekent dit voor iemand? Wat betekent het voor je om ziek te worden, om afhankelijk te zijn, om verlies te ervaren? Hoe kijk je naar die dingen in het licht van je geloof, je levensbiografie, de toekomst?

Ik heb geprobeerd zingeving te vertalen naar de praktijk van het verpleeghuis. Het blijkt dat juist daar de zinbeleving, of het gebrek daaraan, heel belangrijk is. In het verpleeghuis terechtkomen, heeft grote impact en gebeurt veelal onverwachts. Na een beroerte, een ziekenhuisopname, een val. Vragen naar zin houdt in om dan de vraag stellen: Wat betekent deze situatie voor u?”

Er is, stelt u, een samenhang tussen zinbeleving en de zorg in het verpleeghuis. Wat bedoelt u?

„Als iemand voor mij zorgt, doet dat iets met mijn zinbeleving. Zorg kan daarin ondersteunend zijn, bijvoorbeeld als een zorgverlener persoonlijke aandacht voor mij heeft. Maar zorg kan ook belemmerend zijn voor zinbeleving, bijvoorbeeld wanneer ik vaak lang moet wachten. Dit geldt natuurlijk op allerlei manieren in ons leven, maar wel heel sterk in de situatie van het verpleeghuis. Daar spelen allerlei spanningsvelden een rol: iemand wil zelfredzaam zijn, maar is afhankelijk. Heeft hoop op verbetering, maar wanhoopt daar soms aan. In zulke situaties zijn mensen extra gevoelig voor een passende benadering, die hen helpt zin te ervaren.”

Niet alleen voor bewoners maar ook voor zorgverleners hangen zorg en zin samen, schrijft u.

„Ik noem dat de wisselwerking in de zorgrelatie. Zorg verlenen betekent geen eenrichtingsverkeer van mij naar een behoeftige persoon. Die ander heeft waardigheid als mens, en wil voor mij óók iets betekenen. Denk aan de bewoner die aan het einde van de dag aan een zuster vraagt hoe het met haar zieke kind is. Of die zegt: „Werk niet te lang door, je moet ook aan jezelf denken.”

Toen ik voor dit onderzoek cliënten en zorgverleners met elkaar in gesprek bracht, zeiden bewoners achteraf: „Ik vond het heel leuk om iets persoonlijks van het personeel te horen. Want op dat moment voelde ik me even geen verpleeghuisbewoner, maar gewoon als mensen onder elkaar.” Dat legt de vraag bij zorgverleners neer: Ben je bereid om in je zorg niet alleen te zoeken naar de mens achter de bewoner, maar ook om de mens achter de zorgprofessional te laten zien?”

Welke rol speelt de geestelijk verzorger in dit plaatje?

„Ook voor bewoners of familieleden kan het soms vaag zijn wat een geestelijk verzorger precies doet. Vaak leg ik dan uit: de dokter kijkt naar wat u heeft, wat de klachten zijn. De psycholoog kijkt hoe u daarmee het beste kunt omgaan. Maar de geestelijk verzorger stelt de vraag: Wat betekent het nu voor u, deze situatie?

Tegelijk pleit ik er sterk voor dat een geestelijk verzorger méér doet dan alleen deze persoonlijke begeleiding. Laat hij of zij ook een plek innemen in het team van verzorgenden en deelnemen aan het overleg met bijvoorbeeld artsen, psychologen en verpleegkundigen.

Vanouds hebben geestelijk verzorgers een soort vrijplaats in het team. Hun gesprekken zijn vertrouwelijk en zij hoeven geen verantwoording af te leggen.

Onder een jongere generatie zie ik vaker dat geestelijk verzorgers aansluiten bij het team, en daar zelfbewust hun rol innemen. Ik denk dat dat winst is. Je kunt dan –zonder de vertrouwelijkheid van gesprekken te schenden– in het overleg over cliënten aandacht vragen voor iemands héle persoon, voor de rol van zingeving in de behandeling. Het gaat dan bijvoorbeeld niet alleen om de vraag: Hoe is de gezondheid van deze mevrouw, hoe gaat het met haar stemming en gedrag? Maar ook: Wie is zij, is ze gelukkig, wat betekent het voor haar dat de kinderen ver weg wonen?”

Welke impact heeft de coronacrisis op het geven van zinvolle zorg?

„De samenhang van zin en zorg is door de crisis onder extreme druk komen te staan. Voor veel mensen staat de familie bovenaan als het gaat om zin. Dat is je netwerk, het zijn je wortels, het is vaak het belangrijkste dat je nog hebt in het verpleeghuis. Maar juist familie mocht door de lockdown niet meer langskomen. Dat leidde tot schrijnende effecten in de zingeving van bewoners.

Het is allemaal heel snel gegaan. Veel maatregelen zijn van bovenaf opgelegd, terwijl er weinig ethische reflectie plaatsvond op de gevolgen ervan. Met de kennis van nu zeggen we: Als het virus weer zo oplaait, moeten we dit toch anders doen. De maatregelen hebben mensen wellicht in hun fysieke kwetsbaarheid beschermd, maar tegelijk veel schade gebracht in geestelijk welzijn. We zagen mensen overlijden aan eenzaamheid. Dat zie je in de statistieken niet terug, maar wij zagen gebeuren hoe mensen geestelijk als het ware verschrompelden.

Dit heeft heel veel impact gehad op de zorgverleners, die aan het front stonden. Zij voelden de druk om de plaats van de familie in te nemen. Zij moesten waken bij stervende bewoners en tegelijk tegen familie zeggen dat er slechts twee mensen bij mochten. Onze instelling heeft bewust nazorggesprekken georganiseerd voor het personeel. De crisis is een enorme aanslag geweest op hun veerkracht en zinbeleving.”

Is er over het algemeen voldoende aandacht voor zinbeleving in de verpleeghuiszorg?

„Die is er de laatste jaren, vooral op beleidsniveau, steeds meer. Tegelijk valt er wel wat te winnen. Binnen het systeem van het verpleeghuis gaat veel aandacht uit naar behandeling. Zeker als het gaat om revalidatie ligt de focus sterk op het einddoel: dat mensen weer naar huis kunnen. Daardoor kan de vraag wat het voor mensen betekent om in het verpleeghuis te zijn, onderbelicht blijven.

De uitkomsten van dit onderzoek vragen een vertaling naar de praktijk. In het komende jaar wil ik graag werken aan een boekje voor zorgverleners, waarin ik de opbrengst van dit onderzoek omwerk tot gereedschap dat zij op de werkvloer kunnen gebruiken. Ook willen we een expertisenetwerk opzetten rond zinvolle zorg in het verpleeghuis.”

Zes kernwaarden

In het verpleeghuis van PZC Dordrecht volgde en observeerde dr. Nico van der Leer zowel bewoners (zorgvragers) als medewerkers (zorgverleners). Met beide groepen hield hij diepte-interviews. Ook voerde de promovendus rondetafelgesprekken (focusgroepen) met zowel bewoners en medewerkers alleen, als met beide groepen samen.

Vanuit de analyse van dit onderzoek, ziet hij zes gemeenschappelijke thema’s en daaraan verbonden waarden naar voren komen:

Zelf de regie willen behouden: vrijheid

Gezien en gehoord willen worden: erkenning

Van betekenis willen zijn: ertoe doen

Meeleven met elkaar: zorg

Plezier hebben met elkaar: humor

Een band opbouwen met elkaar: vertrouwen

Met het centraal stellen en erkennen van het belang van deze waarden in de context van het verpleeghuis kan volgens dr. Van der Leer een klimaat van „zinvolle zorg” worden geboden.

Dr. Nico van der Leer

Nico van der Leer is in 1957 geboren in Rotterdam. Hij studeert, na het gymnasium, theologie in Utrecht.

In 1984 doet hij doctoraalexamen theologie (cum laude) aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Daarna dient hij als predikant baptistengemeenten in Rotterdam-Zuid, Hengelo (Overijssel) en Dordrecht.

Ds. Van der Leer maakt in 2010 de overstap naar de ouderen- en verpleeghuiszorg. Sindsdien werkt hij als geestelijk verzorger en zingevingsspecialist bij PZC Dordrecht (Protestantse Zorggroep Crabbehoff). In 2014 voltooit ds. Van der Leer de master zorgethiek en beleid aan de Universiteit voor Humanistiek. Aan deze universiteit verdedigt hij in Utrecht op 14 september zijn proefschrift ”Zinvolle zorg in het verpleeghuis. Een onderzoek naar de samenhang tussen zorg en zin en de rol van de geestelijk verzorger”.

Dr. Van der Leer is gehuwd en heeft twee kinderen en een kleinkind.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer