Kamer wil meer snelheid tegen grote onderwijsreserves
Een groot deel van de Tweede Kamer wil dat minister Arie Slob (Onderwijs) sneller handelt om te zorgen dat de te grote financiële reserves bij schoolbesturen en samenwerkingsverbanden worden besteed aan onderwijsverbeteringen. Uit een rapport blijkt dat die in totaal honderden miljoenen meer ‘op de plank’ hebben dan nodig is, terwijl het werkveld kampt met lerarentekorten, grote klassen en dalende resultaten.
Onder andere GroenLinks, PvdA, D66 en CDA zijn kritisch over de grote hoeveelheid geld die nu niet gebruikt wordt voor verbeteringen in het onderwijs. Lisa Westerveld (GroenLinks) vindt het te laat dat het ministerie pas in 2024 sancties gaat invoeren tegen te grote reserves.
Vooral de reserves bij de samenwerkingsverbanden stuiten op kritiek. Die verbanden moeten het passend onderwijs regelen, maar daarover regent het al jaren klachten. Ook hoeven die organisaties niet te investeren in ICT of het onderhoud van gebouwen. „Er ligt 180 miljoen euro op de plank, terwijl daar geen enkel valide argument voor is,” zegt D66-Kamerlid Paul van Meenen.
De minister heeft er begrip voor als scholen reserves opbouwen, omdat zij die kosten voor ICT en onderhoud wel hebben. Wel zegt hij dat de reserves bij samenwerkingsverbanden „nu echt moeten gaan dalen”. Daarop komt hij later deze maand terug, tijdens de evaluatie van het passend onderwijs.
Volgens hem wordt er nu gewerkt met een „signaleringswaarde”, zodat inzichtelijk wordt als scholen te veel geld hebben opgepot. Als dat blijkt volgt een gesprek, omdat scholen hier wellicht een goede reden voor hebben. Het ontbreekt de minister nu nog aan juridische instrumenten om in te grijpen als er geen goede reden wordt opgegeven, zegt hij.
CDA-Kamerlid Michel Rog wil weten wat de minister juridisch in de weg staat en waarom het nog jaren moet duren. Westerveld vindt dat de minister de zaken vooruit schuift en Kirsten van den Hul (PvdA) spreekt van een „onbevredigend debat”.