Dierenrechtenactivisten behandeld als terroristen’
De acht dierenrechtenactivisten die 10 augustus zijn opgepakt voor het doorknippen van een hek bij het proefdiercentrum BPRC in Rijswijk, zijn volgens advocaat C. van den Bruˆle behandeld als „ideologische terroristen". De verdachten moesten vrijdag voor de politierechter in Rotterdam verschijnen.
Volgens Van den Bruˆle zijn de rechten van de verdachten geschonden, omdat zij vier dagen vast hebben gezeten. Bovendien zijn er verscheidene huiszoekingen geweest en zijn telefoongesprekken afgeluisterd, nadat zij hun actie bij het BPRC hadden uitgevoerd. Ook claimde de advocate dat het Openbaar Ministerie (OM) heeft samengewerkt met de Algemene Inlichtingen– en Veiligheidsdienst (AIVD).
Officier van justitie A. van Dam verwierp deze suggestie meteen. „Er is geen verzoek gedaan aan de AIVD voor hulp", stelde hij. Ook het gebruik van dwangmiddelen was volgens Van Dam niet buitenproportioneel. Hij eiste een geldboete van 1500 euro per persoon. Tegen vijf verdachten vorderde hij vier weken voorwaardelijke celstraf. De overige drie verdachten hoorden twee weken voorwaardelijk tegen zich eisen.
„In de tijd dat het OM van de AIVD hoorde dat deze verdachten iets van plan waren, zijn er boeren bedreigd en schuren in brand gestoken door dierenrechtenactivisten. Daarom hebben wij toen geprobeerd te achterhalen wat deze mensen van plan waren", stelde de officier.
Vijf van de activisten, afkomstig uit Nederland en België, zijn eerder betrokken geweest bij een actie op het terrein van het proefdiercentrum. Daar richtten zij vernielingen in een kantoor aan.
Van den Bruˆle toonde zich verbolgen over de aanpak van justitie. „Vroeger kreeg je een boete voor het doorknippen van een hek, nu wordt een verdachte vier dagen vastgehouden en afgeluisterd en doet de politie huiszoekingen. De veiligheidshysterie die bij politie en overheid leeft, wordt heel ver doorgetrokken."
De hardere aanpak van dierenrechtenactivisten houdt mogelijk verband met nieuw beleid van de ministeries van Justitie en Binnenlandse Zaken. De ministers Donner en Remkes bestempelden de aanpak van dierenrechtenactivisme begin juli als een nationale prioriteit.
Politierechter W. van Boven vond dat hij „stof tot nadenken" had en doet 15 oktober uitspraak.