Geen vergoeding drie oud-defensiewerkers voor schade chroom-6
Drie oud-defensiemedewerkers hebben geen recht op een financiële vergoeding voor blootstelling aan de schadelijke stof chroom-6, omdat hun aandoening niet voorkomt op de lijst met gezondheidsklachten die daarvoor is opgesteld. Dat heeft de Centrale Raad van Beroep (CRvB) donderdag bepaald.
Het gaat om een oud-beroepsmilitair en twee oud-burgerambtenaren die alle drie een financiële vergoeding hadden aangevraagd op grond van chroom-6 regelingen van Defensie. Deze regelingen zijn bestemd voor huidige of voormalige medewerkers van Defensie met een aandoening die verband zou kunnen houden met het werken met stoffen waar chroom-6 in zit. De oud-medewerkers hebben gezondheidsklachten die zij toeschrijven aan de blootstelling aan chroom-6.
Een van de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een financiële vergoeding is dat de (oud)-medewerker lijdt aan een in de regelingen omschreven aandoening. Dat was bij deze drie oud-medewerkers niet het geval. De staatssecretaris van Defensie heeft de aanvragen daarom afgewezen.
In een van de drie zaken stelde de rechtbank de oud-medewerker in het gelijk. In de twee andere zaken stelde de rechtbank de staatssecretaris in het gelijk. Daarna zijn de drie zaken voorgelegd aan de Centrale Raad van Beroep.