Straten zonder kinderen zijn verdacht in Afghanistan
Boven de stad klinkt het gebrom van een ”drone”, een onbemand verkenningsvliegtuigje. Zo nu en dan wordt het overstemd door het geronk van helikopters. Buitenlandse troepen rijden rond in jeeps en pantserwagens.
Er wordt deze dagen druk gepatrouilleerd boven en in de Afghaanse hoofdstad. Het land maakt zich op voor de eerste democratische verkiezingen in zijn geschiedenis. Vijfentwintig jaar lang verkeerde Afghanistan in oorlog. Eerst kwamen de Russen, toen de moedjahedien en daarna de Taliban, die op hun beurt werden verdreven door de Amerikanen. Al dat vechten legde het land in de as.
Nu heeft de bevolking eindelijk de kans zelf zijn leiders te kiezen. Om te beginnen de president. Morgen gaan de Afghanen naar de stembus op de eerste van drie verkiezingsdagen.
Met de verkiezingen in aantocht wordt het steeds gevaarlijker in Afghanistan. Taliban en al-Qaida-militanten zijn uit hun schuilplaatsen gekropen en vallen militairen en hulpverleners aan om de verkiezingen te verstoren. Ze worden gesteund door sommige stamleiders van de Pashtun, Afghanistans grootste etnische groep, die niets zien in een democratisch bestel.
Ook Gulbudin Hekmatyar, een voormalige moedjahedien-leider die vocht tegen de Russen en indertijd werd gesteund door de Amerikanen, doet mee aan de opstand. Hij heeft opgeroepen tot een heilige oorlog tegen de voorlopige regering in Kabul en de troepen van de VS en de Verenigde Naties. Sinds augustus vorig jaar heeft de opstand al meer dan 1000 doden gekost. Begin juni werden in de westelijke provincie Badghis, waar het rustig was, vijf medewerkers van Artsen zonder Grenzen gedood, onder wie een Nederlander. Blijkbaar loert overal het gevaar, concludeerden de hulpverleners. Het was het begin van een uittocht van non-gouvernementele organisaties die nog altijd voortduurt.
De Canadees Garth Bedford, projectleider van een organisatie die microleningen verschaft aan arme ondernemers, heeft zijn buitenlandse stafleden geëvacueerd uit Herat. Daar braken vorige maand rellen en schietpartijen uit. „Het was een totale chaos. Ik zag VN-medewerkers piloten smeken te vertrekken terwijl vliegtuigen nog maar halfvol waren en lang niet iedereen van de evacuatielijsten zich al had gemeld. De mensen zijn echt bang.”
Zelf verkoos hij te blijven om zijn Afghaanse medewerkers bij te staan. Maar met de verkiezingen in aantocht en de toenemende geruchten over zelfmoordaanslagen heeft hij besloten het land twee weken te verlaten. „Het moet hier eerst even afkoelen.”
Wie zijn aanwezigheid in Kabul meldt bij de Nederlandse ambassade krijgt ogenblikkelijk een evacuatielijst onder de neus geschoven. Via een e-maillijst houden de Nederlanders elkaar op de hoogte. Een bomdreiging bij het Mustafa Hotel, waar veel journalisten en hulpverleners verblijven, verspreidde zich zo als een lopend vuurtje. Potentiële doelen worden beschermd tegen zelfmoordaanslagen met betonblokken en gewapende bewakers.
Met het aantal incidenten neemt de nervositeit toe. Een greep uit de voorvallen van de afgelopen week: een groep van zestig strijders die volgens de Amerikanen vanuit Pakistan binnendrong om de verkiezingen te verstoren wordt onderschept; bij de zuidelijke stad Spin Boldak wordt een huis bestormd waarin zich vijftien Taliban bevinden die plannen smeden voor aanslagen; en vlak bij Kabul worden negen personen opgepakt die eveneens uit waren op gewelddaden tijdens de verkiezingen. De Amerikaan David Trilling, die radiostations opzet, maakt zich zorgen over een bericht dat hij ’s ochtends hoorde. Een motorrijder blies zich op, net iets te ver van een militaire controlepost om schade aan te richten, maar toch. „Als ze nu ook al motoren gaan gebruiken voor zelfmoordaanslagen, is het einde zoek. Ik denk dat ik maar even uit de buurt blijf van overheidsgebouwen en militaire installaties.”
In Kunduz, in het rustige noorden, raakten vorige week vier Duitse ISAF-soldaten gewond toen hun commandopost werd getroffen door een raket. „Het was een Chinese 107-millimeter. „Op-goed-gelukraketten noemen wij die”, vertelt majoor Robert de Jong van het Nederlandse helikopterdetachement in Kabul. Hij maakt slingerende bewegingen met zijn arm om aan te geven hoe onvast de koers van het ding is. „Strijders binden twee boomstammen kruislings aan elkaar en daarvanaf lanceren ze hem. De Duitsers hadden enorme pech. Stel je een gigantische zandbak voor met daarin één huisje. De strijders schoten nog raak ook. Zo zie je maar weer dat je waakzaam moet blijven, zeker nu de verkiezingen eraan komen. Onze eigen veiligheid is het belangrijkste. Dan pas kijken we naar de veiligheid van de mensen om ons heen.”
Kapitein Bart Verbist, een Belgische paracommando, leidt een ISAF-eenheid die op een veld in het centrum van Kabul een oefening houdt. ISAF (Internationale Macht voor Veiligheid en Bijstand) is de multinationale troepenmacht, bestaande uit 9000 militairen. Drie Italiaanse militairen staan er wat slungelig bij, handen en gezicht rood geschminkt. Zij zijn de ’gewonden’. Het is een merkwaardig tafereel. De oefening dient om de bevolking te laten zien dat ISAF paraat is. Maar kennelijk is het houden van een medische oefening zo risicovol dat de straten die leiden naar het oefenveld zwaar bewaakt moeten worden. Verbist: „Onze inlichtingendiensten herhalen elke dag dat we waakzaam moeten blijven. „Er komt iets aan”, zeggen ze, „we worden geobserveerd.” „Lege straten zijn verdacht. Zien we overdag geen kinderen spelen, dan weten we dat het foute boel is.”