Horeca kijkt met afgrijzen naar lange rijen voor nachtwinkels
Door de horeca eerder dicht te gooien en het aantal bezoekers te beperken worden coronaproblemen niet opgelost. Voorzitter Robèr Willemsen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) keek afgelopen weekend met afgrijzen naar de lange rijen voor de supermarkten en nachtwinkels nadat de cafés en restaurants om 22.00 uur hun deuren moesten sluiten. Hij pleit voor het terugdraaien van de beperkingen.
KHN waarschuwde al eerder dat door de vervroegde sluitingstijd het samenkomen van mensen zich verplaatst naar publieke ruimtes, illegale feesten en naar de privésfeer, met alle handhavingsproblemen van dien. Dit terwijl in de horeca de ondernemers strenge protocollen moeten volgen. Volgens KHN is de horeca onderdeel van de oplossing, geen oorzaak van het probleem.
„Onze broek zakt af als we de rijen voor de supermarkt en nachtwinkel zien staan om 22.15 uur van gasten die vervolgens naar huis gaan om daar met z’n allen verder te drinken. Welk probleem hebben we dan opgelost door de horeca eerder dicht te gooien?” aldus Willemsen. Volgens hem is de beperking van de sluitingstijden en aantal personen volstrekt disproportioneel.
Cijfers van het RIVM tonen volgens KHN aan dat slechts 3,9 procent van alle besmette personen te herleiden is naar de horeca. Dat zijn 165 personen in één week afgezet tegen 15 miljoen horecabezoeken per week, benadrukt KHN. Daarmee is de de besmettingskans 0,001 procent. De sectororganisatie repte eerder al van willekeur in beleid, waarbij onder meer naar de uitzonderingspositie van culturele instellingen werd gewezen.
Het kabinet zou volgens de sector moeten kijken naar wat er wél kan, in plaats van vast te houden aan de verregaande restricties. Die verplaatsen het probleem volgens de organisatie namelijk naar plaatsen zonder toezicht.