Bijbelse geboden beschermen gezin en school
Functioneren in onze gezinnen, en daarmee ook in de scholen, Gods heilzame geboden nog wel? Een confronterende vraag die om een eerlijk antwoord vraagt.
In een artikel werd verslag gedaan van de jaarvergadering van de VGS, onder de kop ”Herstel Bijbelse koers nodig in refoschool” (RD 21-9). Deze kop werd ontleend aan een opmerking die ik in mijn lezing tijdens die vergadering heb gemaakt. Naar aanleiding daarvan volgden enkele reacties, ook in het RD: ”Reformatorisch onderwijs op koers” (29-9) en ”Bijbelse koers is meer dan refocultuur bewaren” (30-9). De schrijvers baseren zich op het RD-verslag (21-9). Deze artikelen vragen om een reactie.
In mijn lezing heb ik een vraag beantwoord die de VGS aan mij had voorgelegd. Deze vraag luidt: ”Hoe houden we de Bijbelse koers te midden van evangelische en seculiere invloeden die in een hoog tempo langskomen én binnenkomen?” Ik vond het mooi om deze vraag te beantwoorden met citaten van wijlen dr. W. Aalders. Het is indrukwekkend hoe hij de waarde van het christelijk gezin (Aalders noemt dat de oerruimte), de rol van de moeder in dat gezin en het belang van een rimpelloze aansluiting tussen het christelijk gezin en de christelijke school onderstreept. De manier waarop hij dat verwoordt, zou je een beetje idealistisch kunnen noemen, maar hij raakt mijns inziens echt de kern als het gaat over de opvoeding van onze kinderen. Het gaat om de relatie. In een veilige en liefdevolle bedding kunnen de kinderen opgroeien en worden ze gevormd. Daarbij zal het verlangen van christelijke ouders zijn, en in het verlengde daarvan ook dat van christelijke docenten, om de kinderen tot Jezus te leiden; zie Marcus 10.
Dit veilige, christelijke gezin wordt ernstig bedreigd. Door erosie van de Bijbelse gezagsverhoudingen. Door onrust, veroorzaakt door een overmaat van prikkels die via de digitale media de gezinnen overspoelen. Door overbezette agenda’s van ouders en kinderen. Door huwelijken die stuklopen. En wat in de gezinnen gebeurt, heeft zijn weerslag op wat in de school plaatsvindt.
In mijn lezing heb ik daar de vinger bij gelegd. Niet door de focus te richten op de vorm en op de buitenkant, maar juist door de focus te richten op het hart. Waar gaat ons verlangen naar uit? Functioneren in onze gezinnen, en daarmee ook in onze scholen, Gods heilzame geboden nog wel? En mogen we spreken over ”de Bijbelse koers” als we soms eerlijk moeten erkennen dat dit niet meer het geval is? Dat is confronterend. Maar de Bijbel roept ons toch op om altijd eerlijk met elkaar om te gaan?
Voor de eeuwigheid
Gelukkig hebben we in Nederland christelijke scholen op reformatorische grondslag. Op onze scholen wordt door veel mensen gewerkt met hart voor kinderen en jongeren, met passie en bevlogenheid. Laat vooral dat gezegd zijn. Maar net als onze gezinnen zijn onze scholen onderdeel van diezelfde refocultuur. En dus hebben we binnen de scholen met dezelfde thema’s te maken. Wat ik daar verder over heb gezegd, is na te lezen; mijn onverkorte lezing is beschikbaar op de site van de VGS (www.vgs.nl/terugblik-alv-2020/).
Toen ik het interview met Aad Kamsteeg, oud-journalist van het Nederlands Dagblad, las (RDMagazine 26-9), trof me zijn afsluitende opmerking: „Hoe ouder je wordt, hoe belangrijker je kinderen voor je worden. Je artikelen worden vergeten, je boeken komen bij De Slegte. Maar kinderen zijn er voor de eeuwigheid. Daar ben ik toch het meest mee bezig.” Daar sluit ik me van harte bij aan. Het gaat om het zielenheil van onze kinderen en onze leerlingen. Dat had ik bij het houden van mijn lezing vooral op het oog.
De auteur is voorzitter College van Bestuur van het Calvijn College.