Kritiek in Kamer op Groeifonds
Minister Wopke Hoekstra van Financiën lijkt zich nog niet rijk te kunnen rekenen als het gaat om steun voor het Nationaal Groeifonds.
De bewindsman lichtte het fonds donderdag, tijdens de tweede dag van de algemene financiële beschouwingen, toe. Vanuit het fonds moet in vijf jaar tijd 20 miljard euro in de stimulering van de economie geïnvesteerd worden. Daar moet de Tweede Kamer allereerst mee instemmen.
Als het investeringsfonds er dan eenmaal is, gaat een onafhankelijke commissie projectaanvragen beoordelen. Daarna neemt het kabinet de uiteindelijke beslissing.
Onder meer het zogeheten budgetrecht van de Kamer, het recht om over overheidsuitgaven te beslissen, is een heikel punt. Meerdere partijen hebben kritiek, onder meer op dit punt. Het kabinet heeft in beide Kamers geen meerderheid, en is dus afhankelijk van steun uit de oppositie.
De investeringskorting (BIK) die het kabinet wil invoeren, zorgt ervoor dat bedrijven blijven investeren in productiecapaciteit. Dat levert hoe dan ook extra banen op, aldus staatssecretaris Hans Vijlbrief (Financiën). Hij verklaarde zich bereid het Centraal Planbureau dat te laten doorrekenen.
De oppositie is erg kritisch over de maatregel, waar de komende twee jaar bij elkaar 4 miljard euro voor is uitgetrokken. Het is volgens de PvdA, SP en GroenLinks maar de vraag of de maatregel wel echt extra banen oplevert. Zij spreken van een cadeautje voor het bedrijfsleven.
De staatssecretaris bood SGP-Kamerlid Stoffer aan om aan de zogenoemde commissie draagkracht, die gaat kijken naar het draagkrachtbeginsel in de belastingheffing, te vragen ook de positie van eenverdieners in kaart te brengen, „en te laten zien wat we daaraan kunnen doen.”
Eenverdieners betalen volgend jaar tot zeven keer meer belasting dan tweeverdieners met hetzelfde gezinsinkomen.