Boeiende Bucer-conferentie ondanks waterig weer
Het is een bijzonder gezicht om serieuze wetenschappers onder Bucer-paraplu’s te zien lopen. Speciaal voor de Bucer-conferentie, van donderdag tot zaterdag in het Duitse Erlangen, hadden de organisatoren een paraplu laten maken met daarop diens lijfspreuk: ”Mihi patria coelum”, de hemel is mijn vaderland. Tekenend is zo’n paraplu voor Bucer wel. Velen voelen zich bij hem thuis en steeds meer wetenschappers en niet-wetenschappers zoeken bij deze reformator bescherming tegen de regen van vragen en uitdagingen die deze tijd aan kerk en wereld stelt.
Het is zaterdag de laatste dag van de driedaagse internationale conferentie over Martin Bucer, waarop vooral de stand en de toekomst van het onderzoek naar deze reformator aan de orde kwamen.
Dat de conferentie in Erlangen plaatshad, heeft als reden dat in deze stad de correspondentie van de Straatsburger reformator wordt uitgegeven. Het probleem bij deze briefwisseling is dat het handschrift van Bucer nauwelijks te lezen is. Het is zelfs zo beroerd dat er op de hele aarde niet meer dan drie mensen zijn die het goed kunnen lezen. Gevolg daarvan is dat de uitgave van de brieven veel werk en dus veel geld kost. Steeds opnieuw is het daarom nodig duidelijk te maken waarom een dergelijke uitgave nog zin heeft en gefinancierd moet worden. Dat is dan ook de opgave van de in Erlangen bijeengekomen specialisten.
Bucer is van grote invloed geweest op de geschiedenis en theologie van het gereformeerd protestantisme. Calvijn bijvoorbeeld is wezenlijk door het contact met Bucer en diens theologie beïnvloed. Bovendien zijn de opvattingen van de reformator hoogst actueel. Zijn visie op gemeenteopbouw en de ambten en zijn gedachten over huwelijk en echtscheiding zijn daar slechts enkele voorbeelden van.
Omdat het in brieven uit die tijd vaak om lange verhandelingen gaat, is het van belang deze ter beschikking te hebben. Ook bij Bucer zijn brieven soms traktaten over een thema en is de uitgave van zijn correspondentie dus onmisbaar voor het verkrijgen van een totaalbeeld.
Tijdens een eerdere Bucer-conferentie, vorig jaar in Emden, bleek dat de coördinatie in het onderzoek ver te zoeken is. Deze indruk werd enige weken later bevestigd bij een soortgelijke conferentie in Cambridge. Ian Hazlett, een Britse wetenschapper, publiceerde toen een editie van een werk van Bucer terwijl niemand wist dat hij daarmee bezig was. Dat betekent dus dat het goed mogelijk is dat twee mensen jarenlang aan dezelfde editie werken zonder dat zij dat van elkaar weten. Het is daarom de bedoeling dat in Erlangen een commissie wordt opgericht die het internationale onderzoek coördineert en stimuleert.
Het was niet zo moeilijk om uit de lezingen op te maken wat het belang van deze wetenschappelijke conferentie is voor de gewone man en vrouw. Zo vertelde de gereformeerd vrijgemaakte prof. F. van der Pol uit Kampen op boeiende wijze over een handschrift in het archief van de stad Kampen waarin een overeenkomst tussen Luther en Bucer is weergegeven. Ook de Schotse hoogleraar David Wright leverde een interessante lezing, met als thema de gedachten van Bucer over de kinderdoop.
Evenals andere reformatoren had Bucer aanvankelijk moeite met de kinderdoop. Waar is de eis van geloof en bekering, als de doop zo massief en zo massaal wordt bediend? Ook de bestaande situatie bracht hem aan het twijfelen. Vooral de gebeurtenissen rond de wederdopers maakten een herbezinning op de doop noodzakelijk. Bucer kon vanuit de Bijbel echter tot geen andere conclusie komen dan dat de doop in de plaats van de besnijdenis is gekomen. Interessant is dat Bucer wel het doen van openbare geloofsbelijdenis invoert als sluis tussen doop en avondmaal. Kortom, ook het ”belijdenis doen” komt bij Bucer vandaan.
Een ander element betreft Bucers inzet voor de eenheid van de kerk, onder andere tijdens de godsdienstgesprekken. Expert op dit gebied is prof. C. Augustijn, emeritus hoogleraar van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Augustijn informeerde de conferentiegangers over de manier waarop Bucer te werk ging. Daarbij komt steeds weer de vraag om de hoek kijken of Bucer ter wille van de eenheid niet te veel concessies deed. Die vraag is niet zo eenvoudig te beantwoorden. Duidelijk is wel dat Bucer voortdurend zocht naar formuleringen om zo veel mogelijk mensen bijeen te krijgen, maar daarbij nadrukkelijk de grenzen van de Bijbel in acht nam.
Het is natuurlijk heel aardig om zo een paar dagen als Bucer-liefhebbers onder elkaar te zijn. De lezing bieden veel en het is nuttig om contacten met andere onderzoekers aan te gaan en te versterken. Vraag is wel hoe het nu verdergaat. Overheden staan niet direct te springen om geld te stoppen in projecten op het gebied van de geesteswetenschappen. Vaak wordt gedacht dat die wel veel geld kosten maar niets opleveren, en dat bijna niemand iets aan de onderzoeksresultaten heeft. Voor onderzoekers is deze gedachte echter een extra stimulans om door te gaan. Voor andere instellingen, zoals kerken, is ze wellicht een reden om dit onderzoek blijvend te financieren.
Erlangen was beslist geen klaagcentrum. Zeker, het weer was miezerig. Maar daarvoor waren die prachtige paraplu’s ook beschikbaar.