De sterkste gemiddelde loonstijging was zichtbaar in de industrie. Met name door de loonsverhogingen in twee metaalcao’s kwam de gemiddelde loonstijging in die bedrijfstak uit op 4,1 procent. In de bedrijfstakken landbouw, bosbouw en visserij en vervoer en opslag was de cao-loonstijging het laagst, met respectievelijk 1,7 procent en 1,5 procent.

De cao-loonontwikkeling ligt in de drie onderscheiden sectoren overheid, particuliere bedrijven en gesubsidieerde instellingen dicht bij elkaar, rond de 3 procent. Vorig jaar was er meer verschil te zien. Toen namen de lonen in het derde kwartaal het minst toe bij de particuliere bedrijven (met 2,6 procent) en het meest bij de overheid (met 3 procent).

Hoe de ontwikkeling van de cao-lonen zich verhoudt tot de totale stijging van de consumentenprijzen in het derde kwartaal, maakt het CBS 8 oktober bekend. In de eerste twee maanden van het kwartaal was de stijging van de consumentenprijzen gemiddeld 1,2 procent.