Steeds minder mensen pakken geregeld een boek, tijdschrift of krant. Het woensdag gepresenteerde rapport ”Achter de schermen” van het Sociaal en Cultureel Planbureau staat bol van harde cijfers over de ontlezing van de Nederlandse bevolking. Vooral jongeren zijn niet meer warm te krijgen voor het gedrukte woord.

„Ik lees eigenlijk nooit”, bekent Coen. De eersteklasser van het Driestar College in Lekkerkerk pakte vroeger nog wel eens een stripboek, maar zelfs dat is verleden tijd. „Ik vind lezen absoluut niet leuk.” Pas moest Coen voor Nederlands een boek meenemen en er een klein stukje over vertellen. „Gelukkig kreeg ik geen beurt.”

Boven op een kast in zijn slaapkamer stond lange tijd een rij boeken, maar die heeft Coen nog niet zo lang geleden naar onderen verplaatst. „Ze stamden nog uit de tijd dat ik in groep 3 van de basisschool zat.” De brugklasser geeft ook niet om tijdschriften. Lachend: „Soms pak ik de Donald Duck.” De krant ligt elke dag bij hem thuis. „Een enkele keer bekijk ik de voorpagina even.”

Over de vraag of hij drie auteurs kan noemen, moet Coen even nadenken. „Fiep Westendorp schrijft volgens mij boeken. Ik hoorde daar pas iets over op de radio. Verder weet ik niemand te noemen.” De begin dit jaar overleden Fiep Westendorp kreeg bekendheid vanwege haar fleurige tekeningen bij de verhalen van Annie M. G. Schmidt.

In zijn vrije tijd zit Coen meer dan eens achter de computer. Om een spelletje te doen of voor het maken van een werkstuk voor school. Op internet komt hij zelden. „Daar krijgt de computer alleen maar virussen door.”

Ook Sander Kalkman (15) uit Krimpen aan den IJssel is geen boekenwurm. De vierdeklasser van het vmbo moet voor Nederlands of Engels verplicht een aantal boeken lezen, maar dat vindt hij meer dan genoeg. „Ik lees alleen als het moet. Ik ga liever computeren of voetballen.”

Een krant lezen? Sander begint er niet aan. „Ik blader er altijd snel doorheen om de foto’s te bekijken.” Ook de meeste tijdschriften zijn niet aan hem besteed. Alleen voor sportmagazines is hij te porren.

Zijn moeder leest wel veel, vindt Sander. „Maar boeken spreken me echt niet aan. Ik ga liever wat anders doen.” Internetten bijvoorbeeld. „Ik msn veel met mijn klasgenoten en vrienden. Elke dag zit ik thuis een uur achter de computer. Spelletjes doe ik niet vaak, de nadruk ligt op surfen en chatten.”

De computer staat op de slaapkamer van zijn ouders. Sander: „Als mijn ouders gaan slapen, kan ik niet achter de pc. M’n moeder zegt wel eens: „Pak een boek, joh.” Maar dan ga ik liever ook naar bed.”

Marion Visser (12) uit Krimpen aan de Lek is meer dan eens met een boek op schoot te vinden. „Ik lees twee boeken per week. Meestal als ik ’s avonds naar bed ga en op zondag.” Welk genre haar voorkeur heeft? „Spannende boeken en liefdesromans.” Het boek ”Achtse-groepers huilen niet” van schrijver Jacques Vriens vindt de brugklasser nog altijd een mooi boek.

Marion gaat vaak naar de openbare bibliotheek om boeken te halen. „Ik pak een boek dat me leuk lijkt, lees de achterkant en besluit dan of ik het laat liggen of mee naar huis neem.” Een voorkeur voor christelijke schrijvers heeft Marion niet. Af en toe krijgt ze een tijdschrift onder ogen. „Bij m’n vriendin lees ik de Tina.”

„Ik lees bijna iedere dag”, stelt Rianne van Hoepen (15) uit Alblasserdam onomwonden. „Zeker in de vakantie en op zondag pak ik graag een boek.” Kieskeurig is de vmbo-examenkandidaat niet. „Ik lees alles. Oorlogsboeken, romans, avonturenboeken, noem maar op.” Moeiteloos somt Rianne titels op die ze al heeft verslonden. „Bob Evers, Thea Beckmans ”Hasse Simonsdochter”, de reeks van Erik Larson over dappere vrouwen.”

Ook voor literatuur heeft Rianne veel belangstelling. „Na vijf romans word je dat genre spuugzat. In literaire boeken zit meer inhoud.” De meeste lectuur haalt de Alblasserdamse in de openbare bibliotheek. „Het hoeven niet alleen christelijke schrijvers te zijn, maar ik wil wel vooraf weten waar een boek over gaat.”

Achter de computer is Rianne alleen te vinden voor een werkstuk. Ze zit veel liever met een boek in haar handen. „Ik lees graag. Dat is heerlijk rustig. Bovendien is het verrijkend.”