OM: dodelijk schot Kanaalstraat was zelfverdediging
De officier van justitie heeft donderdag in Utrecht ontslag van rechtsvervolging geëist tegen een 36-jarige Amersfoorter, die de 44-jarige Utrechter Mohamed Daouaki in Utrechtse Kanaalstraat doodschoot.
Daouaki werd 30 mei 2019 iets na 21.15 uur van minder dan een meter afstand in zijn zij geschoten, waarbij beide longen werden geraakt.
De 36-jarige Imad A.O. geeft toe dat hij één schot loste, maar beriep zich op noodweer. Hij zegt dat hij zich moest verdedigen omdat het slachtoffer op hem af rende met een mes voor zich uit. De officier van justitie haalt dat ook uit het dossier.
Wel vindt de aanklager dat A.O. een jaar cel moet krijgen voor het bezit van het doorgeladen wapen in een drukke winkelstraat, niet ver van de woning van Daouaki, met wie hij een conflict had.
De twee mannen hadden eerder op de avond ruzie in dezelfde wijk. Daouaki sloeg de verdachte een bloedlip en de verdachte maakte op zijn beurt een keelsnijdgebaar. Aanleiding voor het conflict was dat Daouaki nog zou moeten betalen voor wat hasj die hij zou hebben gekocht, vermoedt de politie.
Volgens zendmastgegevens is tussen de eerste en tweede confrontatie de telefoon van A.O. nog naar Amersfoort heen en weer geweest. De aanklager denkt dat de verdachte het wapen heeft opgehaald, en dat Daouaki een mes ophaalde. Maar op het moment suprême zocht Daouaki zelf de confrontatie door met een mes uit een auto op de Amersfoorter af te springen, aldus de aanklager.
De eis is een bittere pil voor de moeder, zussen en broer van het slachtoffer, die 20.000 euro ‘affectie-schade’ claimden.
De strafeis voor het wapenbezit is zwaarder dan straffen die voorheen werden opgelegd voor vergelijkbaar wapenbezit, maar sluit aan bij nieuwe richtlijnen van de rechtbank in Amsterdam. Die wil wapenbezit zwaarder straffen nu het wapengebruik toeneemt.
De rechtbank doet uitspraak over twee weken.