Maximumstraf voor doodslag omhoog van 15 naar 25 jaar
De maximumstraf voor doodslag gaat omhoog van 15 naar 25 jaar. Het kabinet wil zo het verschil met de maximale gevangenisstraf voor moord (30 jaar) verkleinen, laat het ministerie van Justitie en Veiligheid weten.
In 2016 kondigde het toenmalige kabinet al aan de maximale straf te willen verhogen. De maximumstraf voor doodslag is sinds de invoering van het Wetboek van Strafrecht niet gewijzigd.
„De straf doet nu geen recht aan de ernst van het misdrijf”, aldus een verklaring van ministers Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) en Dekker (Rechtsbescherming). Het wetsvoorstel is donderdag in consultatie gegaan, zodat mensen zich erover kunnen uitspreken.
Ook vanuit de rechtspraktijk is volgens de bewindslieden te horen dat het strafmaximum bij zeer ernstige gevallen als „knellend” wordt ervaren. Zo pleitte de rechtbank in Rotterdam voor een hogere maximumstraf bij doodslag na de uitspraak na de dood van de 16-jarige scholiere Hümeyra.
De leiding van het openbaar ministerie liet begin dit jaar in dagblad Trouw eenzelfde geluid horen. Volgens OM-topman Gerrit van der Burg is het verschil met moord momenteel groot en moet dat „rechtgetrokken” worden.
Doodslag vanuit een impuls kan ook sluitstuk zijn van een kwalijk patroon, zei Van der Burg. „Juridisch is dan misschien niet te bewijzen dat het om moord gaat, maar het zou goed zijn als dat verschil wat meer wordt rechtgetrokken.”
De maximale tijdelijke gevangenisstraf voor moord is in 2006 verhoogd van 20 naar 30 jaar. Vorig jaar september liet het kabinet nog weten dat die niet wordt verhoogd van 30 naar 40 jaar. Als ultieme straf is er ook levenslang, en volgens het kabinet is het gat tussen 30 jaar en levenslang niet te groot.
De laatste jaren wordt door rechters zwaarder gestraft voor levensdelicten, blijkt uit onderzoek.