Nieuwe wet op medezeggenschap
Het jaar 2005 kan een cruciaal jaar worden voor de toekomst van medezeggenschap in Nederland. Omdat de huidige Wet op de ondernemingsraden (WOR) in de loop der jaren ingewikkeld en ontoegankelijk is geworden door de vele wijzigingen, heeft minister De Geus (SZW) een geheel nieuwe wet in het leven geroepen, de Wet medezeggenschap werknemers (WMW).
Het kabinet wil de kwaliteit van de medezeggenschap verbeteren door meer maatwerk mogelijk te maken, de betrokkenheid bij het werk van de ondernemingsraad (OR) te stimuleren en de regelgeving eenvoudiger en toegankelijker te maken.
De nieuwe wet biedt werkgevers- en werknemersorganisaties de mogelijkheid zelf afspraken te maken over hoe zij de medezeggenschap in de onderneming willen vormgeven. Werknemers en werkgevers krijgen meer vrijheid om in CAO’s af te wijken van de wettelijk verplichte structuur van medezeggenschap. Zij kunnen dan zelf afspreken hoe de medezeggenschap in de onderneming vorm krijgt.
Zo is een concern dat uit verschillende bedrijven bestaat of een bedrijf met verschillende bedrijfsonderdelen niet langer verplicht een centrale OR of groepsondernemingsraad in te stellen. Wel blijft de huidige regel gelden dat een ondernemingsraad moet worden ingesteld bij vijftig of meer werknemers. Ook bij een kleiner aantal werknemers is het mogelijk om een ondernemingsraad in te stellen.
Door de nieuwe wet wordt het mogelijk om met instemming van de ondernemingsraad de bevoegdheden van de OR aan te passen. De WOR bood reeds de mogelijkheid om met instemming van de ondernemer de OR meer bevoegdheden te geven dan is voorgeschreven. De nieuwe wet maakt het nu ook mogelijk met instemming van de ondernemingsraad de bevoegdheden van de OR te beperken.
Als de nieuwe wet wordt aangenomen, worden de verkiezingen voor de ondernemingsraad beeldbepalend. De bedoeling is om alle verkiezingen in alle bedrijven voortaan in één bepaalde week in het jaar te laten plaatsvinden. Naar verwachting leidt dit tot meer aandacht voor de verkiezingen, waardoor de belangstelling voor het werk van de OR zal toenemen. Ook blijkt dan wellicht hoeveel zetels de verschillende vakorganisaties in het land weten te bemachtigen.
Een laatste opvallend punt is dat de minister de bedrijfscommissies, die bij geschillen tussen ondernemingsraad en bestuurder konden worden ingeschakeld, wil opheffen. Partijen kunnen straks rechtstreeks naar de kantonrechter of gebruikmaken van vrijwillige bemiddeling of arbitrage bij de SER.
Medezeggenschap kan op een waardevolle en opbouwende wijze een bijdrage leveren aan het goed functioneren van ondernemingen. Vanuit de bijbelse plicht om dienend bezig te zijn kan een OR-lid een directe bijdrage leveren aan een goed bedrijfsklimaat. Daarom stimuleert de RMU haar werknemersleden om zitting te nemen in de ondernemingsraad of in een personeelsvertegenwoordiging. Zodoende ontstaat de mogelijkheid om vanuit een christelijke levensvisie mee te denken over arbeidsvoorwaarden, sociale regelingen en arbeidstijden (bijvoorbeeld zondagsarbeid).
Met de nieuwe WMW legt de overheid in feite een wettelijk kader vast waarbinnen werkgevers en werknemers keuzes kunnen maken. Met het stuk kunnen werkgever en werknemer de medezeggenschap werkelijk op maat toesnijden. Voor een periode van telkens maximaal vijf jaar wordt vastgelegd op welke wijze de OR gaat functioneren. Na een evaluatie kan dan bezien worden of aanpassingen gewenst zijn. Voorwaarde blijft wel dat medezeggenschap in het teken staat van medewerking en zodoende de samenwerking binnen de werkomgeving ten goede komt.
Als dit wederzijdse uitgangspunt gehanteerd wordt door werkgevers en werknemers, dan gaan beiden aan de slag met medezeggenschap vanuit een positieve grondhouding, met inachtneming van de wettelijke kaders en met besef van wederzijdse verantwoordelijkheid.
De auteur is directeur van de RMU.