Wonen in een museum
Ze is dol op de jaren zestig. Dat komt goed uit. Want Nicolette Klerk (44) mag haar woning in Arnhem –gebouwd in 1961– alleen maar passend bij dát jaartal inrichten. Dat betekent een zwarte schijftelefoon in de hal, wollig tapijt op de vloer van de woonkamer en behang met groene ruiten boven het houten bed. En internet? „Als je goed kijkt, zie je het aansluitkastje achter dat krukje daar.”
Toen Nicolette Klerk drie jaar geleden voor haar en haar zoon Iwan Nicolai (11) een huurwoning zocht, kwam er net een museumwoning vrij. Het huis aan de Eduard van Beinumlaan, niet ver van Burgers’ Zoo, lag mooi dicht bij de basisschool en het bos.
Voorwaarde voor het wonen in dit huis was wel dat de inrichting moest passen bij het bouwjaar van de woning, in dit geval de jaren zestig van de vorige eeuw. Originele details moesten behouden blijven. Het was ook de bedoeling dat bewoners enkele keren per jaar het huis open zouden stellen voor publiek.
Om de woning te kunnen betrekken, moest er gesolliciteerd worden. Een brief met motivatie ging op de post. „Ik had het voordeel dat ik in het verleden als beeldend kunstenaar diverse keren iets met cultureel erfgoed had gedaan.”
Pas op het moment dat ze hoorde dat ze het huis kreeg, begreep de nieuwe bewoonster dat ze ook geacht werd in het krakende houten bed met spiraalbodem te slapen. „Maar toen was ik inmiddels zo blij met de mogelijkheid hier te kunnen wonen, dat ik zonder er verder te lang over na te denken ”ja” heb gezegd.”
Verknocht
Inmiddels is ze goed gewend in de museumwoning. „Vooral het plekje is geweldig. Door het grote raam kijk ik zo heerlijk vrij weg. En ik loop hier zo het bos in.”
De ruimte is niet groot, ze schat de oppervlakte zo’n 50 vierkante meter. Maar ook daaraan is de Arnhemse inmiddels gewend. „Hiervoor woonde ik in een nieuwbouwwoning, waar dit huis wel vier keer in kan. Maar toch vind ik deze woning fijner.”
Ze snapt de vorige bewoner wel, die na haar trouwen in het huis trok en er tot ze naar het verzorgingstehuis ging, is blijven wonen. „Hoewel haar man hoofd van de school werd, en ze dus best groter hadden kunnen gaan wonen, was ze verknocht aan dit plekje.”
Zo’n oude woning leeft, volgens Nicolette Klerk. „Het heeft een simpele plattegrond, is heel praktisch ingericht en er zitten van die mooie details in. Ik kan bijvoorbeeld uren kijken naar de glazen pui tussen de woonkamer en de slaapkamer. Die vlakkenverdeling is zó geweldig.”
Bruynzeel
De eigenaar van het pand, Volkshuisvesting Arnhem, bracht de woning, voordat Nicolette Klerk erin kwam, zo veel mogelijk in originele staat terug. Zo kwam er weer een Bruynzeelkeuken in te staan. „Die heb ik geprobeerd een authentiek kleurtje te geven. Hij is nu fris, maar wel iets te felblauw naar mijn zin. Het is lastig de juiste kleuren te vinden, omdat ze in die jaren nog geen RAL-indeling hadden, zoals we die nu gebruiken.”
Ook de lambrisering in de hal is zo origineel mogelijk nagemaakt. „Daarvoor is de schilder speciaal op zoek gegaan naar een spuitmond uit de jaren zestig. Omdat ik weet hoeveel moeite het heeft gekost de muur weer mooi te maken, ben ik er huiverig voor die te beschadigen. Vooral als er kinderen komen spelen, waarschuw ik altijd dat ze voorzichtig met de wanden moeten zijn.”
De grote zwarte draaischijftelefoon op het krukje in de hal is niet aangesloten. „Hoewel ik eigenlijk het motto heb dat ik geen niet-werkende spullen in mijn huis wil zetten, vond ik toch dat deze hier niet kon ontbreken. Er is hier weleens een schoolklas op bezoek geweest; die kinderen hadden geen idee wat dit zou kunnen zijn.”
Stortbak
Van andere details in het huis schrikken kinderen soms. Als er kleintjes op visite komen, moet ze hen nog weleens geruststellen na een bezoek aan het toilet. „Wij zijn inmiddels gewend aan die stortbak boven ons hoofd, maar het doortrekken maakt nu eenmaal veel lawaai.”
Ook de stoppenkast kan kinderen soms wat angst inboezemen. Vooral toen ik tijdens de rondleiding het gasmasker liet zien dat erin lag. „Maar de jaren zestig vielen precies in de Koude Oorlog. Ieder Nederlands gezin kreeg destijds zo’n masker om zich bij een eventuele aanval te kunnen beschermen. Ik kreeg hem van een oudere buurtbewoner die hem al die jaren had bewaard.”
Onding
Dat bed. Dat is na al die jaren nog wel een ding. „Ik heb destijds gelijk de matrassen vervangen. Maar later heb ik er ook nog een andere bodem in gelegd, omdat het originele spiraal helemaal doorzakte en kraakte. Maar nog altijd blijft het een onding. Dus als ik een keer een bed vind uit de jaren zestig dat wél lekker slaapt, dan ga ik toch eens informeren of dat oké is.”
Het behang op de slaapkamer is origineel. Tenminste, dat heeft Nicolette Klerk altijd te horen gekregen. Nu ze er zachtjes overheen wrijft, lijkt het toch of er nog een randje onder zit. „Maar het is in ieder geval wel heel oud.”
Het behang in de woonkamer, eenzelfde soort groene ruit, heeft ze er later zelf bij gekocht. „Het handige bij de inrichting is dat retro in is. Je kunt dus gelukkig nog aan mooie wandbekleding komen die bij dit huis past.”
Meubels uit de jaren zestig zijn wat lastiger te vinden. „Ik kom in kringloopwinkels en zoek via internet, maar wat aangeboden wordt, is vaak erg gewild, dus duur. Heel blij ben ik met de designfauteuil die ik heb staan. Al bleek hij laatst niet al te stevig. Toen is er een oudere dame doorheen gezakt.”
Openstelling
In Arnhem zijn inmiddels tien museumwoningen te vinden, die allemaal met enige regelmaat opengesteld worden voor publiek. De woning van Nicolette Klerk in de wijk Cranevelt valt volgens Volkshuisvesting op door „de vele details van het gewone.” Zo zitten alle vaste kasten (met kastsleutel) nog in de woning en is overal origineel deurbeslag aanwezig. Ook de badkamer ziet er nog uit zoals deze in 1961 is opgeleverd.
Vanwege de corona-uitbraak is het momenteel niet mogelijk het huis aan de Eduard van Beinumlaan te bezoeken. Maar zodra er weer bezichtigingen worden gehouden, komt dat op de site te staan.