Post uit Kopenhagen: om vijf uur gaat alles op het werk slot
Denen houden graag op tijd op met werken, hebben een hekel aan stressen en koesteren hun vrije tijd. Om vijf uur gaan bij veel instellingen de deuren letterlijk op slot.
Eens –in mijn begintijd– probeerde ik met een ruk de deur op te trekken om terug naar mijn kantoor te gaan, maar die gaf niet mee. Verbaasd deed ik nog een poging, maar de deur bleef onwrikbaar in het slot zitten. „Hé Ad, het is ook niet de bedoeling dat je nu nog werkt. Je moet ook aan het thuisfront denken”, hoorde ik opeens een stem achter me zeggen. Verrast keek ik om. Het was immers nog maar kwart over vijf? Pernille keek me licht verwijtend aan. Haar blik maakte me duidelijk dat het eigenlijk niet gepast was dat ik hier nog rondliep. Sommige collega’s waren al om vier uur vertrokken.
Exact om vijf uur gaat hier bij veel Deense instellingen en bedrijven alles automatisch op slot. Letterlijk. Geen deur is er meer open te krijgen. Alléén als je een speciaal pasje hebt en daarbij een code intikt, is het mogelijk deuren te openen en van de lift gebruik te maken. Dit moet dan wel bij vrijwel elke deur. Ook bij allerlei tussendeuren in de gangen en op weg naar de wc.
Denen houden op tijd op met werken. Ze koesteren hun vrije tijd. Mijn baas waagt het weleens om in het weekend e-mails naar collega’s te sturen. Dit levert hem steevast afkeurende reacties van de secretaresses en andere collega’s op. Zij zien dit als onacceptabele inmenging in hun vrije tijd.
Er is hier dan ook minder stress. Men is minder gejaagd. Werkdruk is hier (nog) een vrij schaars verschijnsel. Als een collega hier een praatje met mij komt maken, is dat vaak niet louter functioneel, maar ook een echt gezellig gesprekje zonder bijbedoelingen. Men neemt de tijd voor elkaar.
In de nazomer sieren schitterende vakantiekiekjes van de gezinnen van collega’s de schermen in de gemeenschapsruimte. Tijd en aandacht voor het thuisfront is ook van belang. Zelfs op het werk. Maar een Litouwse serveerster in een Spaans restaurant in Nørrebro deed eens haar beklag bij mij. Ze verzuchtte: „Wat zijn die Denen toch een gemakzuchtig volkje. Ze hebben aan werken een broertje dood en verzetten ook echt niet één stap te veel.”
Toch draait het land goed. Het welvaartspeil is hoog. Er is een goede sociale zekerheid en de straten hier in Kopenhagen zijn brandschoon, om maar een paar dingen te noemen. En Denen behoren tot de gelukkigste werknemers in de wereld. Je zou denken: Hoe doen ze dat toch?
We hadden eens een ”dagje op de hei” in Helsingør. Als collega’s onder elkaar. „Er zijn veel te veel meetings”, klaagden verschillenden tegen de baas. Er inderdaad zijn er wel wat vergaderingen, maar zo vaak en lang vergaderen we nu ook weer niet. De baas is immers geen vergadertijger. Dit voorval typeert de Deen, die telkens ijverig op zoek is naar manieren om het werk nog efficiënter te organiseren. Nog minder tijdrovende vergaderingen.
Het werken in deze kalme Deense maatschappij is weldadig. Ik voel me hier niet snel opgejaagd. Eerlijk gezegd moet ik wel bekennen dat ik nog niet altijd om vijf uur stop met werken. Soms geef ik nog stevig gas en werk toch door. Net als sommige Duitse collega’s. Maar de Deense nadruk op een goede balans stemt tot nadenken. Het leven is méér dan werk alleen.