Tientallen slachtoffers bij bomaanslag in Pakistan
Bij een bomaanslag in het Centraal–Pakistaanse Multan zijn donderdag zeker 37 mensen gedood en meer dan honderd gewond geraakt volgens de plaatselijke politie.
Volgens sommige ooggetuigen ontploften twee bommen kort na elkaar. De politie spreekt van een autobom.
De aanslag vond plaats tijdens een bijeenkomst van aanhangers van een extremistische, soennitische sekte, de Sipah–e–Sahaba. De honderden aanhangers waren bijeen om de dood te gedenken van een van de leiders van deze sekte, Azam Tariq, die een jaar geleden werd vermoord.
De Sipah–e–Sahaba wanen zich ’het leger van de metgezellen van de profeet’ en zijn berucht voor bloedige gewelddadigheden tegen Pakistaanse sjiieten. Ze zijn naar verluidt ook in gewelddadig conflict met andere soennitische extremisten.
Begin 2002 verbood president Musharraf een reeks gewelddadige groepen die zich vaak ook als politieke partij profileren. De Sipah–e–Sahaba was een van de groepen die werd verboden.
De groepering is midden jaren tachtig, net als tal van andere extremistische islamitische bewegingen in de regio, oorspronkelijk van de grond gekomen met de zegen van de geheime dienst van Pakistan, de ISI, en mogelijk ook met de zegen van Saoedi–Arabië en de VS. De Sipah–e–Sahaba is later een eigen en zeer bloedig leven gaan leiden, vooral in stedelijke gebieden in Centraal–Pakistan en in de metropool Karachi. De eerste leider van de groep, Maulana Jhangvi, werd in 1990 vermoord.