Slob vindt geen geld voor lerarenbeurs
De 2400 afgewezen kandidaten dit jaar voor een lerarenbeurs worden volgend jaar met voorrang behandeld. Meer zit er niet in, heeft minister Arie Slob (Onderwijs) dinsdag laten weten. De Tweede Kamer had vorige week in een motie de bewindsman nog gevraagd de docenten alsnog een beurs te geven.
De Kamer had voorgesteld om desnoods met een kasschuif (geld bestemd voor latere jaren) de groep te helpen. Maar daar wil Slob niet aan. Dat zal er weer toe leiden dat een in 2021 een tekort zal ontstaan, aldus de bewindsman. Ook elders is er geen geld vrij te maken, schrijft hij.
De minister vindt het „zeer vervelend” dat zo’n grote groep docenten is afgewezen. Deze leraren zijn volgens hem tijdig op de hoogte gesteld. De afgelopen jaren was er steeds voldoende geld om alle leraren een beurs te geven. Er bleef zelfs geld over. Met de beurs kunnen leraren zich verder ontwikkelen.
D66-lid Paul van Meenen, indiener van de motie, neemt geen genoegen met het antwoord van de minister. Hij denkt dat een kasschuif wel degelijk zin heeft, omdat er in 2021 tijd en ruimte genoeg is om daar geld voor vrij te maken. Van Meenen vindt dat de minister met meer moet komen, desnoods tijdens een nieuw debat hierover. „De tijd dringt.”
Ook SP-lid Peter Kwint is niet tevreden met de reactie van de minister. „Je maakt mij niet wijs dat er op een begroting van 40 miljard euro nergens een oplossing te vinden is.” Volgens Kwint is hier het laatste woord nog niet over gesproken.