Vertrouwen in Van der Hoeven loopt nieuwe deuk op
Als bestuurslid van de Technische Hogeschool Rijswijk had minister Van der Hoeven (Onderwijs) geen hand in het opnieuw beginnen van een eerder verboden opleiding. Dat zei de minister woensdag in een debat met de Tweede Kamer, die haar voor vermeende betrokkenheid bij fraude in het hoger onderwijs voor de tweede keer op het matje riep.
De linkse opppositie vindt dat Van der Hoeven bij het eerste debat over de kwestie, in april, een bok schoot door te zeggen dat er in haar tijd als bestuurslid van de TH Rijswijk geen enkele nieuwe opleiding was begonnen die niet door de beugel kon.
Later bleek dat de hogeschool in november 2001 wel degelijk opnieuw de omstreden opleiding ’topjaar management’ had aangeboden. De school vroeg van de overheid geld voor studenten aan deze opleiding, hoewel eerder was vastgesteld dat dit niet mocht.
De minister wuifde dit weg. Ze wierp tegen dat de toenmalige voorzitter van college van bestuur de gewraakte opleiding weer was begonnen, zonder het stichtingsbestuur, waarvan zij deel uitmaakte, daar iets van te zeggen. Het stichtingsbestuur kwam dit pas later ter ore. Eerdere opleidingen waarvoor de TH Rijswijk ten onrechte overheidsgeld kreeg, dateerden van voor haar tijd als bestuurslid, zei ze woensdag nogmaals.
Dus had de minister het in haar ogen bij het juiste eind toen zij bij het eerste debat over haar vermeende betrokkenheid bij de zogeheten HBO–fraude stelde als bestuurslid niet betrokken te zijn geweest frauduleuze constructies.
PvdA, GroenLinks en SP lieten zich niet overtuigen. „Het vertrouwen in de minister heeft een deuk opgelopen", zei PvdA–Kamerlid Tichelaar. De minister wegsturen wilden ze niet, ze hielden het erbij dat Van der Hoeven in het eerste debat de Tweede Kamer onvolledig heeft geïnformeerd.
Alleen de SP is ervan overtuigd dat de minister ook verkeerde informatie heeft gegeven. Zover wilden PvdA en Groenlinks niet gaan. Ze wachten een uitspraak af van het gerechtshof in Den Haag in de ontslagprocedure van de voormalige collegevoorzitter van de Technische Hogeschool Rijswijk. Na het opnieuw beginnen van de verboden opleiding vloog deze de laan uit. De ex–bestuurder vecht dit aan.
Mocht het hof beslissen dat hij niet alleen verantwoordelijk is, dan heeft dit volgens de linkse oppositie ook consequenties voor het toenmalige stichtingsbestuur, inclusief Van der Hoeven. De minister ziet de rechtsgang slechts als een ontslagprocedure die haar verder niet raakt.
Om bij de afwikkeling van de HBO–fraude de schijn van belangenverstrengeling te vermijden, heeft Van der Hoeven de eindverantwoordelijkheid overgedragen aan collega Hoogervorst (Volksgezondheid). Door geknoei met inschrijving van studenten streken vooral hogescholen ten onrechte 58 miljoen euro aan overheidsgeld op. De TH Rijswijk en de Haagse Hogeschool hebben 2,3 miljoen euro ten onrechte ontvangen.