Dijkhoff schetst toekomstbeeld
Dijkhoff vertelt over zijn jeugd. „Elk jaar werd de wereld groter, vrijer, rijker.”
De VVD’er noemt de aanslagen van 11 september 2001, de moord op Pim Fortuyn (2002) en Theo van Gogh (2004). „Ik was toen ook een tijdje in de war.” Hij ziet een zekere vergelijking met de coronatijd.
Wat de toekomst betreft zegt Dijkhoff dat hij geen „scherpe foto” heeft, maar wel „een idee.” Dat idee bestaat uit drie hoofdpunten: eerlijke handel, een sterke overheid en minder afhankelijkheid.
Bedrijven die in Nederland geld verdienen, moeten zich aan de regels houden en belasting betalen, werkt hij het eerste punt uit. Over een sterke overheid zegt Dijkhoff: „Dat is moeilijker dan je denkt. Het is iets anders dan een grote overheid.”
De fractievoorzitter wil minder afhankelijk worden van de VS voor bescherming, maar ook minder afhankelijk zijn van China en India, die veel medicijnen en medische hulpmiddelen voor de Nederlandse markt maken, en minder afhankelijk zijn van Rusland en het Midden-Oosten voor energie. Ook moet meer geïnvesteerd worden in technologie. Ook pleit hij voor kernenergie. „Ik hoop dat we op dit onderwerp uit de politieke loopgraven kunnen komen.”