Tonke Dragt wint supergriffel
Tonke Dragt, schrijver van het ruim veertig jaar oude boek ”De brief voor de koning”, is dinsdagavond uitgeroepen tot de beste kinderboekenschrijver van de afgelopen halve eeuw.
Dat gebeurde tijdens het Gouden Kinderboekenbal in Amsterdam, waar de Griffel der Griffels werd uitgereikt. Ter gelegenheid van de vijftigste kinderboekenweek kozen oud-juryleden uit 61 ooit bekroonde titels het mooiste boek.
Een beetje ”ninoe” was Tonke Dragt vlak na de uitreiking in de Amsterdamse Stadsschouwburg. „Ninoe, ja, dat is Maleis, dat is overweldigd, verward. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Het is niet het allermooiste boek, iedereen heeft zijn eigen allermooiste boek”, aldus Dragt. Voor haar is het allermooiste kinderboek ”De tuinen van Dorr” van Paul Biegel, die ook -twee keer zelfs- was genomineerd voor de superprijs. ”De brief voor de koning” (1963) is het favoriete kinderboek van prins Constantijn, vertelde hij voorafgaand aan de uitreiking, die hij verrichtte met prinses Laurentien.
„Tiuri lag geknield op de stenen vloer van de kapel en staarde naar de bleke vlam van de kaars die voor hem stond”, zo begint het verhaal. Samen met vier andere jongens moet Tiuri de laatste nacht voor zijn ridderslag in absolute stilte doorbrengen, verzonken in gebed. Maar wat te doen als er plotseling op de deur van de kapel geklopt wordt en een onbekende stem om hulp smeekt? Vanuit dat dilemma ontrolt zich een spannend verhaal over een gevaarlijke opdracht, waarbij Tiuri volop gelegenheid krijgt om de ridderdeugden van weleer te betrachten.
Qua sfeer doet het boek middeleeuws aan: kastelen en ridders, monniken en rovers. Toch zijn de problemen waarvoor de hoofdpersoon zich gesteld ziet allesbehalve gedateerd. Eer, trouw, dapperheid en zelfverloochening - daarom draait het hele verhaal. ”De brief voor de koning” laat niet na de moraal van jeugdige lezers in positieve zin te vormen, ook al is die moraal dan niet exclusief christelijk te noemen.
Dragt heeft grote bewondering voor het werk van C. S. Lewis. In een gesprek met deze krant, najaar 2000, noemde ze zichzelf een ”religieus atheïst”. „Ik kan me best voorstellen dat mensen geloven wat ze geloven. Ik heb geprobeerd me in de koran te verdiepen, ik ken grote stukken uit de Bijbel, maar ik kan niet geloven dat één godsdienst de ware zou zijn. Als God zou bestaan, zou Hij vele gedaanten moeten hebben.”
Ter gelegenheid van haar 75e verjaardag volgend jaar hoopt ze te komen met ”De weg naar de cel”, de opvolger van ”Aan de andere kant van de deur”. Haar Griffel der Griffels-boek is intussen 24 keer herdrukt.
Andere genomineerden voor de supergriffel waren ”Kruistocht in spijkerbroek” van Thea Beckman (1974); ”Het sleutelkruid” (1964) en de ”De kleine kapitein” (1971) van Paul Biegel (1971); ”Krassen in het tafelblad” van Guus Kuijer (1978) en ”Kleine Sofie en Lange Wapper” van Els Pelgrom (1984).