Corona maakt koopkrachtbeeld onzekerder dan ooit
Niet eerder waren de koopkrachtplaatjes die het kabinet traditiegetrouw op Prinsjesdag presenteert zo onzeker als nu. Gemiddeld genomen is er voor bijna alle groepen wel een plusje, maar wie zijn baan verliest gaat er juist hard op achteruit. Hoe veel werkenden dat lot volgend jaar treft, is grotendeels afhankelijk van hoe het verder gaat met het coronavirus.
De sterk verslechterde economie en overheidsfinanciën weerhouden het kabinet er niet van de belastingen voor werkenden volgend jaar te verlagen, zoals drie jaar geleden al in het regeerakkoord was beloofd. Mede daardoor zien werkenden hun inkomen iets harder stijgen dan de prijzen. De lonen stijgen naar verwachting juist met minder dan de inflatie.
Die koopkrachtplaatjes gaan voor werkenden evenwel alleen op als zij hun baan ook volgend jaar behouden. Voor velen is dat door de coronacrisis erg onzeker. De arbeidsmarkt heeft zich na de eerste coronapiek, toen het land grotendeels op slot ging, weer wat hersteld. De steunmaatregelen die het kabinet trof voor bedrijven hebben daarbij geholpen.
Maar als een tweede golf opnieuw tot grootschalige contactbeperkingen leidt, wacht een nog hardere klap voor de werkgelegenheid. De werkloosheid kan dan volgens het Centraal Planbureau (CPB) oplopen van 4,5 procent in 2020 naar 8,5 procent volgend jaar. Dat zijn honderdduizenden werklozen erbij.
Zonder nieuw steunpakket zou de werkloosheid bij een tweede golf volgens een eerdere CPB-raming zelfs richting de 10 procent zijn gegaan. Als een tweede golf uitblijft, wordt een toename van de werkloosheid tot 5,9 procent verwacht.
Ook zelfstandigen worden hard geraakt. Onderzoek van het Nibud wijst uit dat meer dan 40 procent van de zelfstandigen en flexwerkers inmiddels een inkomensdaling zien ten opzichte van februari dit jaar, voor de coronacrisis. Toch zet het kabinet de afbouw van de zelfstandigenaftrek door. Als groep gaan zelfstandigen er desondanks wat op vooruit, omdat ook zij profiteren van de lastenverlichting.
Gepensioneerden profiteren eveneens van lastenverlichting, die zij terugzien in de vorm van een hogere AOW. De hoogte van het aanvullend pensioen is afhankelijk van hoe de pensioenfondsen er eind dit jaar voorstaan. Sommige fondsen zullen de pensioenuitkeringen niet kunnen laten meestijgen met de inflatie, of zullen die zelfs moeten verlagen.
Het kabinet neemt een aantal maatregelen om de armsten in de samenleving te helpen. Zo worden woningscorporaties verplicht om huurders die in de knel zitten eenmalig een huurverlaging te geven. Om armoede bij grote gezinnen tegen te gaan wordt het kindgebonden budget vanaf het derde kind fors verhoogd.