‘Kabinet moet meer inzetten op begeleiding van en naar werk’
Vakbewegingen CNV en VCP vinden dat het kabinetsbeleid zich vooral moet richten op begeleiding van en naar werk. Dat zeggen ze in afzonderlijke reacties op de troonrede van koning Willem Alexander. CNV benadrukt dat er nog genoeg „donkere wolken” boven de Nederlandse economie hangen. Volgens de VCP gaat ontwikkeling van werkgelegenheid de komende jaren voor alles.
In het bijzonder wijst CNV op de werkloosheid die naar verwachting zal oplopen tot boven de 500.000. „Dit geeft deze zonnige dag een nare afdronk”, aldus de bond. „2021 wordt het jaar van grote verschuivingen op de arbeidsmarkt. Waar de ene sector tekorten kent, loopt de werkloosheid in andere sectoren snel op”, zegt CNV-voorzitter Piet Fortuin. „We moeten daarom vol op het orgel als het hier om gaat.”
Fortuin noemde het verder belangrijk dat ook senioren en kwetsbare groepen er in koopkracht op vooruitgaan. Zij gaan er nu maximaal 1 procent op vooruit. De helft minder dan werkenden. Fortuin noemt dit „erg schamel”.
Volgens de VCP doet het kabinet er goed aan om in crisistijd juist in werkgelegenheid te investeren, zodat consumenten geld kunnen uitgeven en de economie wordt aangejaagd. „Het kabinet kiest er terecht voor om in tijden van corona het begrotingstekort op te laten lopen. Op die manier is de regering er de afgelopen maanden in geslaagd om bedrijven overeind en werknemers binnenboord te houden”, aldus de vakcentrale.
De VCP vindt het terecht dat met de steunmaatregelen meer accent is komen te liggen op bij- en omscholing. Bij van-werk-naar-werktrajecten moet het accent volgens de vakcentrale liggen op een duurzame arbeidsrelatie. „De coronacrisis heeft andermaal laten zien hoe kwetsbaar zzp’ers zijn en mensen met een flexcontract”, zo klinkt het.
Verder vraagt de VCP speciale aandacht voor professionals in vitale sectoren als de zorg, het veiligheidsdomein en het onderwijs en de positie van jongeren. Verder benadrukt de vakvereniging dat er veel onzekerheid is over inkomen en vaste lasten en dan met name bij de middeninkomens.